Een Nederlandse cent uit 1818 heeft maar liefst 110.000 euro opgeleverd tijdens een muntveiling in Veldhoven. De waarde werd geschat op 25.000 euro, maar de koper had er meer dan het viervoudige voor over. “Een absoluut record.”

In vrijwel iedere Nederlandse muntenverzameling ontbreekt deze ene cent, zegt veilingmeester Karel de Geus. “Daar zijn maar enkele stuks van gemaakt.”

Het gaat om een proefslag van een cent, uit de tijd van koning Willem I. De munt is nooit in circulatie genomen, wat ervoor zorgt dat de kwaliteit ‘onberispelijk’ is, aldus De Geus. “Dat in combinatie met de grote zeldzaamheid zorgde voor de hoge opbrengst.”
Foto

Wie de munt gekocht heeft, wil hij niet zeggen. “Voor wat het waard is: de koper maakt deel uit van de Quote 500.” Ook over de verkoper wil hij niet veel kwijt. “Dat is een verzamelaar op leeftijd, die al jaren klant bij ons is. Hij begon te dubben of hij zo’n dure munt nog wel wilde houden.”

De verkoper stelde voor een paar van zijn munten te veilen tijdens de najaarsveiling van De Geus, eerder deze week. Daar ging zijn veilinghart sneller van kloppen. “Vooraf heb ik gezegd: theoretisch zou deze munt een ton op kunnen brengen, omdat we een halve cent uit die tijd weleens voor meer dan een halve ton hebben verkocht. Ik kon toen niet bevroeden dat het werkelijkheid zou worden.”

In het bestaan van zijn veilinghuis is de opbrengst een ‘absoluut record’, zegt De Geus. En ja, hij verdient er zelf ook iets aan.

“We krijgen een vooraf afgesproken percentage van de opbrengst van de inbrenger, voor het podium dat we bieden. Inbrengers weten dat ze via ons een enorm bereik hebben.”

Daarnaast krijgt hij opgeld: een bedrag bovenop de verkoopprijs dat de koper betaalt. “Ogenschijnlijk komt het geld vanzelf binnen, maar het kostenplaatje van een veiling is navenant. We hebben de accommodatie, we moeten aan allerlei veiligheidseisen voldoen en we werken hier met vijf man.”

Die mensen heeft De Geus eerder naar huis gestuurd als we hem spreken, omdat ze zo hard gewerkt hebben voor de najaarsveiling. “Een onderschatting van mijn kant, want ik word nu de hele tijd gebeld over die cent.”

En dat terwijl tijdens dezelfde veiling ook een puntgave gouden penning uit 1672 onder de hamer ging. Dat klinkt waardevoller dan een miezerige cent, maar dat blijkt mee te vallen: de penning leverde ‘slechts’ 46.000 euro op. Over smaak valt niet te twisten, maar De Geus is er wel over uit. “Qua schoonheid overtreft de penning die cent.”