Als Nederlandse gevangenen voortaan nog maar één dag per week vlees krijgen bij de maaltijd, kan jaarlijks ruim 2 miljoen euro worden bespaard. Dat stelt het ministerie van Financiën. Ambtenaren ontdekten dat Nederlandse gevangenen relatief meer kosten dan gedetineerden in andere Europese landen.

De berekening werd gemaakt in het kader van de ombuigingslijst, waarin de bezuinigingsplannen van de verschillende politieke partijen onder de loep worden genomen.

Ambtenaren van het ministerie hebben hierbij vastgesteld dat de kosten van een Nederlandse gevangene relatief hoog waren, in vergelijking met gedetineerden van andere Europese landen. Een soberder beleid voeren zou in de hoek van Justitie en Veiligheid structureel 2 miljoen euro vrijmaken.

Dagelijks ontvangen zo’n 10.000 gedetineerden hun voeding van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). De kosten voor de overheid zijn circa 10 euro per gedetineerde per dag. Dat is voor ontbijt, lunch, diner, de standaardmaaltijden. Daarbij mogen gedetineerden uit eigen zak zo’n 100 euro per week uitgeven aan eten en drinken in de gevangenis.

Gedetineerden kunnen op verschillende manieren besparen op hun eetuitgaven. Geen boter op het brood zou zo'n 7 cent per maaltijd besparen. Het schrappen van een toetje scheelt zo'n 14 cent en maximaal één keer per week vlees scheelt 50 cent per maaltijd.

Het is een onbegrijpelijke suggestie van het ministerie van Financiën, stelt Jaap Brandligt, directeur van Bonjo, een belangorganisatie voor gedetineerden. Volgens Brandligt is er immers al flink bezuinigd op detentie. "Gedetineerden zitten al vaker in hun cel dan eerst door een personeelstekort", licht hij toe. "En er zijn ook al minder activiteiten voor ze."

Volgens de belangenbehartiger kunnen we het beter hebben over de kosten van de dure gebouwen waar gedetineerden in verblijven. "Het is een legitieme discussie om het over vleesconsumptie te hebben", vervolgt Brandligt. "Maar niet onder dwang. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat mensen dit zonder weerstand zullen accepteren."

Ex-gedetineerde Bedel Bayrak gelooft dat sommige gedetineerden minder vleesmaaltijden best zouden kunnen accepteren. Maar wel onder een belangrijke voorwaarde. "Dat het als een keuze wordt gepresenteerd", zegt Bayrak.

"In de gevangenis heb je al weinig keuzevrijheid", legt hij uit. "Het voelt nu alsof je iets wordt opgelegd en dan vooral voor degenen zonder eigen inkomen. Met inkomsten kun je zelf je boodschappen doen. Maar voor mensen die vastzitten is dat geen optie."

Toen hij nog vastzat, kreeg Bayrak dagelijks drie 'zwarte dozen', magnetronmaaltijden die steeds werden afgewisseld. Naast de zwarte dozen, konden gedetineerden één keer per week jam en pindakaas krijgen.

Sommige gevangenen hadden een uur per dag recreatietijd en mochten dagelijks een uur buiten luchten. Tijdens het luchten was het mogelijk om te koken, maar de opties waren beperkt, vertelt Bayrak. Wederom gold dat je meer kon koken als je het geld ervoor had, vertelt hij.

"Maar voor de mensen zonder inkomen, zijn de standaardmaaltijden de enige optie. Het hebben van geld of niet had een aanzienlijke invloed op de kwaliteit van het eten dat je kon krijgen."

Volgens Brandligt van Bonjo, is uiteindelijk maar één vraag van belang: "Moet je zoiets wel opleggen?"

De zwarte bakken die Bayrak kent zijn in ieder geval al verleden tijd. "Er zijn nu afspraken gemaakt dat er meer wordt ingespeeld op de wensen van de gedetineerden", vertelt Brandligt. "Velen hebben de mogelijkheid om zelf te koken binnen de vastgestelde afspraken, waardoor ze hun eigen keuzes kunnen maken."