Steeds meer bedrijven bieden een thuisbatterij aan. Maar een eenvoudig rekensommetje maakt duidelijk dat je zo'n apparaat niet moet kopen om je energiekosten omlaag te krijgen. Zelfs niet als ze zwaar gesubsidieerd worden.
Wie nu offertes aanvraagt voor zonnepanelen krijgt vaak te horen dat ze geschikt zijn voor een thuisbatterij. Zo ben je klaar voor de toekomst, zeggen ze erbij.
Tesla maakt thuisbatterijen. Net als LG, Huawei, het Duitse Sonnen en Nederlandse merken zoals bijvoorbeeld Zonneplan en Sessy. Bij vergelijkingssite Gaslicht.com zijn ze te koop vanaf 9700 euro.
Maar de aanschaf van zo'n batterij is totaal niet interessant voor iemand die er geld mee hoopt te gaan besparen. Dat geeft zelfs Roeland Nagel van thuisbatterijaanbieder Charged toe aan RTL Z.
"Iedereen erkent dat de terugverdientijd te lang is. Toen we dit bedachten lagen de prijzen anders."
Opslaan zoals koffie of wc-papier
Het klinkt zo logisch. Stroom die je met je zonnepanelen opwekt, maar niet gebruikt, sla je op in je eigen thuisbatterij om later te gebruiken.
Net als dat het logisch klinkt om met een dynamisch energiecontract stroom in te kopen op een moment dat de prijs laag is en het te bewaren voor duurdere momenten. Zoals je bij een leuke aanbieding in de supermarkt voor een langere tijd koffie, thee of wc-papier inslaat.
Maar wie goed gaat rekenen komt er al snel achter dat zo'n thuisbatterij niet loont. Nu niet en de komende jaren ook niet.
Onderzoeksbureau CE Delft deed een onderzoek en kwam tot de conclusie dat het je zeker 15 jaar kost om de aanschafprijs van een thuisbatterij terug te verdienen. Maar zo'n batterij heeft een levensduur van maximaal 15 jaar; in de meeste gevallen zelfs maar 10 jaar.
Kortom: het verlies is vaak gegarandeerd. Hoe kan het dat de aanbieders van batterijen toch al een hele tijd beweren dat je er wel geld mee kan verdienen? Dat zit zo.
Een thuisbatterij kan in theorie lucratief zijn als je een dynamisch energiecontract hebt. Ruim 250.000 mensen hebben dat en verschillende kleine en grote energiemaatschappijen bieden die contractvorm aan.
Omdat de stroomprijs ieder uur van de dag varieert, kun je op sommige momenten goedkoop stroom kopen. Bijvoorbeeld om vier uur in de nacht als het hard waait, de windmolens hard draaien en er weinig mensen zijn die dan veel stroom gebruiken.
Of midden op een zonnige zomerse dag als zonnepanelen volop produceren maar we eerder in de tuin staan te barbecueën dan dat we de inductiekookplaat en de elektrische oven aan hebben staan.
Je kunt kosten besparen door je gedrag aan te passen aan die goedkope stroomprijzen. Maar dan moet je wel de was- en droogtrommel midden in de winderige nacht of juist rond het middaguur die zonnige dag laten draaien. Je kunt de stroom ook opslaan in een thuisbatterij.
Hier een rekenvoorbeeld dat we ook aan CE Delft hebben voorgelegd. Stel je hebt thuis een batterij die 5 kilowattuur aan stroom kan opslaan. Dat is iets minder dan de helft van de 12 kilowattuur die een gemiddeld huishouden op een dag gebruikt. Je vult de batterij in de goedkope uurtjes van de nacht voor 16 cent per kilowattuur. Voor 80 cent zit de batterij dan vol.
De volgende dag gebruik je die stroom op het duurste moment: aan het begin van de avond als stroom 26 cent per kilowattuur kost. Die 5 kilowattuur zou je dan 1,30 hebben gekost. Als je twee inductiekookplaten voor een uur en ook de wasmachine en droogtrommel aanzet kom je in de buurt van die 5 kilowattuur aan verbruik. De besparing is zo maximaal 50 cent op een dag.
Als je dat iedere dag van het jaar volhoudt is je besparing 180 euro. En als je dan bedenkt dat zo'n batterij je 5000 euro kost met de installatie erbij dan duurt met meer dan 20 jaar voor die is terugverdiend.
Hier kun je de stroomprijzen per uur zien. Voor dit voorbeeld gebruikten we de prijzen van dinsdag 6 februari. Zoals je kunt zien fluctueerden de prijzen de dagen erna minder waardoor er minder aan opslag kan worden verdiend.
Maar de besparing met zo'n thuisbatterij is gezien de huidige stroomprijzen en de schommelingen erin veel te laag om de aanschafprijs terug te verdienen (zie kader). Nagel legt uit:
"Toen wij vorig jaar de berekeningen maakten was het verschil tussen de hoogste en laagste stroomprijs op een dag, de zogenaamde spread, veel groter. Tot wel 29 cent. Nu is die 10 cent. En vorig jaar dachten we ook dat die spread veel harder zou gaan groeien."
De verwachting was dat er veel meer schommelingen in de elektriciteitsprijzen zouden ontstaan waarbij thuisbatterijen lucratief konden worden. "Maar die spread is gezakt en elektriciteitsproducenten doen er meer aan om die spread te verlagen. Iedereen erkent nu dat de terugverdientijd van thuisbatterijen te lang is."
Thuisbatterijen moet je volgens Nagel op dit moment dan ook niet aanschaffen om ermee te gaan verdienen. "Wij verkopen ze vooral aan mensen die al zonnepanelen, een warmtepomp, tijd en geld over hebben en zich afvragen wat ze nog meer kunnen doen. En die graag zelfvoorzienend willen worden. Op energiegebied op eigen benen willen staan." Ofwel: als je bang bent voor een grote stroomstoring.
Je huis helemaal loskoppelen van het elektriciteitsnet en alles doen met thuisbatterijen is echter onmogelijk. De batterijen zijn alleen geschikt om de stroom voor een dag of hoogstens enkele dagen op te slaan. Om genoeg stroom te hebben om weken of (winter)maanden te overbruggen zou je je tuin vol moeten zetten met batterijen.
Toch ziet Nagel wel toekomst voor de thuisbatterij. "Ze kunnen ook worden ingezet om het stroomnet in balans te houden. Daar kun je geld mee verdienen. Veel bedrijven ontwikkelen daar een systeem voor. Ook wij zijn daarmee bezig." Je stelt dan je batterij ter beschikking aan de netbeheerder. die trekt hem leeg als er plotseling een grote stroomvraag is en weinig zon en wind.
Maar CE Delft tempert dit optimisme. De onderzoekers zijn zelfs bang dat als dit grote vormen aanneemt de balans op het net nog meer verstoord kan worden.
Alleen met subsidies van 60 tot 80 procent van de aanschafprijs kan een thuisbatterij een terugverdientijd krijgen die onder de levensduur van de batterij ligt. Zo denken de onderzoekers