Meer dan 50 jaar was ze vermist: een tiener uit de Amerikaanse staat Oregon. Nu zijn de autoriteiten erin geslaagd om haar identiteit te koppelen aan stoffelijke resten die al lang geleden werden gevonden. De doorbraak in de zaak kwam toen iemand zijn of haar DNA deelde met een commerciële databank voor stamboomonderzoek.
Van het lichaam van de vrouw was niet veel over toen haar resten in 1970 werden gevonden in een ondiep graf. Het was voor de politie duidelijk dat het slachtoffer door een misdrijf om het leven was gekomen, maar niet wie er bij die stoffelijke resten hoorde. Tot nu dus. Het gaat om de in 1951 geboren Sandra Young, een studente die sinds 1968 of 1969 vermist werd.
Vorig jaar januari deelde een ver familielid van Young zijn of haar DNA met een databank voor stamboomonderzoek. Zulke commerciële testjes kunnen bijvoorbeeld inzicht geven in waar je voorouders vandaan kwamen. Ook in Nederland zijn ze populair.
In de Verenigde Staten is ook de politie aangesloten op die databanken. Zo kon die eenvoudig de identiteit achterhalen van de stoffelijke resten die sinds de vondst al die tijd anoniem waren gebleven.
"Na 54 jaar heeft Sandra Young haar identiteit teruggekregen", zegt één van de betrokken onderzoekers tegen CNN. "Dit is nog maar één voorbeeld van de innovatieve manieren waarop stamboomonderzoek ons kan helpen bij het vinden van oplossingen bij coldcasemysteries."
Wie er voor de verdwijning van Young verantwoordelijk was, is nooit opgehelderd, laat staan dat er ooit iemand veroordeeld is. CNN meldt dat de politie een verkennend onderzoek start naar de omstandigheden van Youngs dood. Of er nog directe familieleden van Young in leven zijn, meldt het Amerikaanse nieuwsmedium niet.
Het is niet voor het eerst dat er een doorbraak wordt bereikt in een cold case dankzij een DNA-databank voor stamboomonderzoek. Een van de bekendste voorbeelden is die van de 'Golden State Killer'. De 78-jarige oud-politieagent Joseph James DeAngelo vermoordde in de jaren 70 en 80 zeker dertien mensen. Ook gaf hij toe tientallen verkrachtingen te hebben gepleegd. De Amerikaanse autoriteiten kwamen hem in 2018 op het spoor nadat DNA dat op een plaats delict werd gevonden werd vergeleken met DNA uit genealogische databanken.
In Nederland is het nog niet zover, al zou het Openbaar Ministerie dat graag anders zien. Het OM zou graag gebruikmaken van commerciële DNA-databanken voor het oplossen van vastgelopen strafzaken. Die methode zal dan wel eerst moeten worden voorgelegd aan de rechter.