Er is opnieuw een oorlogsslachtoffer geïdentificeerd dankzij DNA-onderzoek. Het gaat om Petrus Albertus van Dieren. De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) achterhaalde zijn identiteit na bijna 82 jaar.
De Duitse bezetter executeerde Van Dieren op 24 juli 1942 op de Waalsdorpervlakte in Den Haag. Hij was een jaar eerder gearresteerd vanwege zijn betrokkenheid bij een overval op een distributiekantoor in Amsterdam. De Duitsers veroordeelden hem en nog enkele anderen tot de doodstraf. Na een verblijf in de Scheveningse gevangenis werd het vonnis voltrokken.
Na de oorlog werden zijn stoffelijke resten aangetroffen in een massagraf op de Waalsdorpervlakte. Identificatie was destijds niet mogelijk. Daarom werd hij als onbekende Nederlander begraven op het Nationaal Ereveld Loenen.
Onderzoek door de BIDKL wees uit dat Van Dieren zich waarschijnlijk onder de onbekende doden op het ereveld bevond. DNA-onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaf definitief uitsluitsel. Dat gebeurde nadat een nabestaande van Van Dieren een DNA-monster had afgestaan.
De BIDKL, de Oorlogsgravenstichting, het NFI en het Landelijk Expertisecentrum Persoonsvermissingen (LOEP) begonnen in 2018 een project om de zogeheten ‘honderd van Loenen' te identificeren. Het BIDKL onderzocht de stoffelijke resten van 103 onbekenden die op het ereveld begraven liggen. Het doel is hen alsnog een naam te geven.
Mogelijke nabestaanden van een nog niet geïdentificeerd oorlogsslachtoffer kunnen zich melden door een formulier in te vullen. Stuur het als bijlage per e-mail naar bidkl@mindef.nl. Graag in het onderwerp van de mail vermelden: ‘Mogelijke nabestaande onbekenden van Loenen’. Specialisten van de BIDKL kijken of iemand voor DNA-afname in aanmerking komt. De BIDKL laat ook weten hoe het onderzoek verder verloopt.