Noodsituatie? Bel 112. En dat betekent dus niet dat je dat 'voor de lol' moet gaan doen. Tóch gebeurt het vaak zat dat kinderen om stoer te doen het noodnummer bellen. "In de herfstvakantie zetten we extra diensten in."
Wie als centralist werkt bij de 112-meldkamer van de politie in Driebergen, loopt er constant langs. Hij staat pontificaal in het looppad: een magneetbord vol met excuusbrieven en -tekeningen, gemaakt door kinderen.
Politiemedewerker Coby Bouman kan er nu wel om lachen, als ze zo naar het bord kijkt. "Ik heb 'm net nog opgeschoond, een aantal oude brieven vervangen door nieuwe", zegt ze. "Sommigen zijn heel schattig. Kijk, dit kind is nog zo jong, het weet niet eens hoe je het woord politie schrijft."
Bouman is in haar functie als Taakaccenthouder dagelijks bezig met mensen die 112 bellen, terwijl ze geen dringende hulp nodig hebben. "Dan moet je denken aan dronken mensen en verwarde personen, maar óók veel kinderen."
En diezelfde kinderen die - voor de lol - het noodnummer hebben gebeld, krijgen op een gegeven moment spijt. Want politie boos, ouders boos. "En dan wordt ze ook opgedragen om sorry te zeggen natuurlijk", zegt Bouman.
En zo komt het dat de politie continu brieven ontvangt. Niet elke dag, maar toch wel vaak. "Gisteren kregen we er twee", zegt Bouman.
"We hangen ze hier op om ze te kunnen laten zien aan de collega's op de vloer", vult Arjan van Geel aan, operationeel expert bij de politie. "Als een soort bedankje, zo van: kijk, dit hebben we bereikt."
Van alle 3,7 miljoen telefoontjes naar het alarmnummer 112 in 2023, was er bij 1,6 miljoen sprake van misbruik of verkeerd gebruik. En dat kan echte meldingen in de weg zitten. Daardoor kan het zijn dat iemand die wél in nood zit niet gelijk verbinding krijgt met de alarmcentrale.
Wie 112 belt, komt altijd eerst terecht bij de meldkamer in Driebergen. De centralist heeft de taak om zo snel mogelijk te handelen: wélke hulp is wáár nodig? En dan snel doorschakelen naar politie, brandweer of ambulance in de buurt.
"Elke seconde telt", zegt Van Geel. "En dat begint al bij de belletjes naar 112. Het onterecht bellen gaat gewoon ten koste van de capaciteit." Zo kan het op drukke momenten voorkomen dat de meldkamer niet - of later - bereikbaar is.
"Maar de impact is groter dan dat ene belletje. Als een kind een valse melding doet, bijvoorbeeld van brand bij de buren, dan zal de brandweer gaan rijden. En als er dan ergens anders écht brand is, hebben ze een probleem."
Toch moet je ook kinderen die bellen altijd serieus nemen. "Er bellen ook kinderen van wie de moeder buiten bewustzijn op de bank ligt."
Bouman weet dat het voor de 112-medewerker ook irritant en frustrerend kan zijn. Maar het is 'part of the job'. "Als centralist moet je altijd scherp zijn. Je gaat van schietpartijen, naar een zelfdodingsituatie, en dan opeens zitten er kinderen tussen. Terwijl je nog zit je in de verwerking van een rotmelding, roept zo'n kind: 'Ik ga je lekker doodmaken'."
En daarom zijn er in principe altijd centralisten aan het werk die hierop in actie komen. "We moeten de collega's helpen om die kinderen uit de lucht te halen." Bouman bedoelt: die nepbellers opsporen. Want de politie heeft daar veel mogelijkheden voor, en gebruikt die mogelijkheden ook.
Alle telefoontjes die binnenkomen, worden automatisch opgenomen. Het telefoonnummer komt in beeld, ook die van geheime nummers. En ook kan de politie uitlezen waarvandaan wordt gebeld. Er zijn 7 dagen per week speciaal opgeleide politiemensen bij de meldkamer aan het werk die zich bezighouden met het traceren van nepbelletjes.
Want het is bij de alarmcentrale aan de orde van de dag. Een telefoontje van een schoolplein bijvoorbeeld, of een hangplek in de buurt van een school. Van Geel: "Een clubje vriendjes die voor de grap 112 belt uit stoerigheid, zo van: 'jij durft toch niet'. Maar dan durven ze het wel. En dan krijgen wij ze aan de lijn."
Wat die kinderen doen? Ze lachen, maar vaak genoeg schelden ze de centralist de huid vol, of doen ze oneerbare voorstellen.
"Dan bellen we de school", legt Van Geel uit. "Dan krijgen we de directeur aan de lijn. Scholen werken altijd wel mee om dit aan te pakken. Dan laten ze in de klas de telefoon van de dader overgaan. Ze bellen de ouders, en die gaan er ook vaak achter staan. Soms maken ze er op school ook een project van om het bespreekbaar te maken. Heel goed."
Want bewustwording: dat is het enige dat werkt. "We proberen jongeren op te voeden, uit te leggen waarom 112 bestaat."
Je kunt er haast de klok op gelijk zetten wanneer kinderen bellen. Zondagochtend, woensdagmiddag, én in de vakanties, somt Bouman op. "Op zondag hoor je de kinderen die met de telefoon van hun ouders spelen. Met broertje of zusje naast zich, soms de braafste kinderen van de wereld. Ook al is het toestel vergrendeld, 112 bellen kan dan gewoon. Soms hoor je alleen gebrabbel."
Dan bel je terug. De centralist begint streng, en legt uit dat hij kan zien dat iemand 12 keer gebeld heeft. "Weet je wel wat je doet? Als we uitleggen waarom ze dat niet moeten doen, zitten ze huilend aan de telefoon."
Dit soort gevallen komen steeds meer voor, zegt Bouman. "Op 6 december is het altijd druk, omdat kinderen de dag ervoor een smartwatch hebben gekregen."
Kinderen die expres 112 misbruiken, worden de laatste jaren steeds jonger, ziet Bouman. "Dat begint al met 7, 8 jaar. Dan hebben ze al zo'n smartwatch, of als ze iets ouder zijn ook een eigen telefoon."
Als je alleen zegt, 'ik ben boos en het mag niet', dan blijft het niet hangen.
Als de politie de ouders heeft gesproken, sturen ze er ook altijd een waarschuwingsbrief achteraan. Daarin staat nog eens goed uitgelegd waarom het nepbellen moet stoppen. En lukt het niet om contact te krijgen met iemand, dan schakelt de politie een wijkagent in. Die kan ter plekke langsgaan.
Helpt dit allemaal niet, en blijft een kind stug doorgaan met bellen, dan heeft de politie nog een middel. Hij kan worden doorverwezen naar Halt. Ook kan een zaak voor de kinderrechter komen. Volwassenen kunnen voor het doen van een valse melding of als ze expres 112 bellen terwijl er geen noodsituatie is, een boete of zelfs een gevangenisstraf krijgen.
Van Geel: "Ieder kind heeft een andere aanpak nodig. Maar vanuit de opvoedkundige kant werkt het het best. Als je alleen zegt, 'ik ben boos en het mag niet', dan blijft het niet hangen. Je moet kinderen uitleggen waarom."