Een vrouw die opdracht had gegeven haar ex-vriend te vermoorden, wil de daarvoor betaalde 11.000 euro terug nadat de moord niet was uitgevoerd. De opdrachtgeefster stapte daarvoor zelfs naar de rechtbank. De rechter geeft de vrouw deels gelijk, maar wijst de eis tot terugbetaling af.
Dat blijkt uit een gisteren openbaar geworden uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland.
De vrouw gaf in 2017 een man opdracht haar ex-vriend te vermoorden, omdat zij door hem werd uitgebuit en gedwongen tot prostitutie. De man accepteerde, en incasseerde 11.000 euro voor de aanschaf van een wapen en het uitvoeren van de opdracht.
Maar in plaats van de moord te plegen, ging de man de vrouw afpersen. Als zij hem geen geld zou betalen, dreigde hij haar familie vertellen van haar dubbelleven als prostituee. Ook zou hij opnamen van het gesprek over de moordopdracht verspreiden via sociale media, en aan de politie geven.
Omdat de vrouw geen geld had, werd zij door de afpersing gedwongen tot meer werkzaamheden in de prostitutie.
In 2020 werd de man veroordeeld wegens 'afdreiging, mensenhandel en witwassen' tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 4 voorwaardelijk. In de strafzaak diende de vrouw als benadeelde partij een claim van 21.000 euro tegen de man in.
Zij wilde zowel het geld van de afpersing als de betaling voor de moordopdracht terug. In die zaak wees de rechter alleen het eerste deel van de vordering toe, en een immateriële schadevergoeding van duizend euro.
Ook ontving de vrouw van het Schadefonds Geweldsmisdrijven een vergoeding van 6.500 euro als vergoeding voor immateriële schade als gevolg van de uitbuiting door haar ex-vriend en de man.
Maar daarmee was de zaak nog niet gedaan. De opdrachtgeefster tot de moord stapte vervolgens namelijk naar de civiele rechter, waar zij opnieuw een claim tegen de man indiende. Daarbij vorderde zij opnieuw ook de terugbetaling van de 11.000 euro die zij hem had betaald voor de niet uitgevoerde moordopdracht.
Daarbij voerde zij aan dat de overeenkomst tussen haar en de man 'in strijd met de goede zeden' was, en daarom 'nietig'. Dit zou betekenen dat het gehele bedrag voor de moordopdracht aan de vrouw zou moeten worden terugbetaald.
In oktober 2022 wees een rechtbank de eis van de vrouw in een zogenoemd verstekvonnis toe. Vervolgens stapte de man echter naar de rechter, om zich tegen de uitvoering van dat vonnis te verzetten.
Daarbij stelde hij in de eerste plaats dat de schadeclaim te hoog was. Daarnaast voerde hij aan dat het zou wringen dat de vrouw geld zou terugkrijgen voor een moordplan dat zij zelf had geïnitieerd. "Dat is in strijd met de redelijkheid en billijkheid", aldus de man.
Uit de uitspraak die gisteren openbaar werd, blijkt dat de rechtbank Noord-Nederland behoorlijk met de zaak in de maag zat. In beginsel is de rechter het wel met de vrouw eens. "Een overeenkomst die ertoe strekt dat een van de contractspartijen zich verplicht een derde te vermoorden, is (…) evident in strijd met de goede zeden en de openbare orde", constateert de kantonrechter in Leeuwarden droogjes.
Volgens de rechter is de overeenkomst daarom inderdaad nietig, en was sprake van een 'onverschuldigde betaling' van 11.000 euro voor de beoogde moord en de aanschaf van het wapen. In beginsel moet de man dit bedrag volgens de rechter dus terugbetalen.
Maar zo simpel ligt deze zaak uiteindelijk niet, blijkt uit het vervolg van de uitspraak. Zo geeft de kantonrechter ook de man deels gelijk. "Het wringt wanneer de vrouw geld zou terugkrijgen voor een niet-uitgevoerde opdracht tot moord waar zij zelf opdracht voor heeft gegeven", overweegt hij.
Evenzogoed zou het echter 'wringen als de man het geld dat hij heeft geaccepteerd in het kader van die opdracht tot moord mag behouden'. Volgens de rechter zou het eigenlijk het beste zijn als het geld verbeurd zou worden verklaard; dat is een strafmaatregel waarbij vermogen of waardevolle spullen door de Staat worden afgepakt. Maar daartoe kan alleen een strafrechter beslissen.
Uiteindelijk trekt de vrouw in deze zaak aan het kortste eind. "Zij heeft willens en wetens een opdracht tot moord gegeven, waarmee zij het leven van haar ex-vriend in gevaar heeft gebracht, en zij was bereid hiervoor te betalen", constateert de kantonrechter.
"De openbare orde verzet zich er (...) dan tegen dat de vrouw zich, nu de moord niet is uitgevoerd, beroept op de onzedelijkheid en daarmee de nietigheid van de overeenkomst en dat zij op grond van onverschuldigde betaling haar geld terugvordert." Dat betekent dat de vrouw kan fluiten naar de 11.000 euro.