In het verleden zag het programma van de Olympische Spelen er heel anders uit dan nu. Regelmatig zijn er sporten aan het programma toegevoegd of juist geschrapt. Ook de Olympische Spelen van 2024 in Parijs kennen een aantal nieuwe sportdisciplines, waaronder breakdance en skateboarden. Met het toevoegen van nieuwe en het schrappen van oude sportdisciplines, hoopt het IOC nieuwe generaties enthousiast te maken voor de Spelen, zodat die ook in de toekomst nieuwe atleten blijven inspireren. Maar soms worden disciplines ook geschrapt vanwege andere redenen. Na de Spelen van 1900 barstte er een storm van kritiek op over een opmerkelijke discipline: duiven schieten.
De editie van de Olympische Spelen in 1900 in Parijs is de boeken in gegaan als een van de meest merkwaardige edities van de Olympische Spelen. De organisatie van de Olympische Spelen was samengevoegd met die van de Wereldtentoonstelling. De organisatie had de programma’s van de twee evenementen volledig in elkaar laten overlopen, waardoor er een maandenlang programma van sportwedstrijden was ontstaan, die niet allemaal een Olympische status hadden. Een van die sporten was het schieten op levende duiven.
Duiven schieten was tegen het einde van de negentiende eeuw een bekende wedstrijdsport, vooral onder de Britse aristocratie. Maar de sport kon op meer en meer kritiek rekenen en de populariteit ervan nam in razend tempo af. Toch werd het opgenomen in het programma van de wedstrijden in Parijs in 1900, als onderdeel van schietcompetities. Het schieten was verdeeld in verschillende disciplines op basis van de afstand tot het doel, of het kaliber wapen waarmee geschoten werd. Het duivenschieten werd toegevoegd als een aparte klasse.
Niet alleen de sport op zich doet ons vandaag de dag vreemd aan, ook de manier waarop de wedstrijden georganiseerd werden, doet vreemd aan. Er waren om te beginnen geen classificatiewedstrijden. Wie mee wilde doen, kon zich inschrijven door een vergoeding te betalen. Voor de eerste ronde wedstrijden, onder de naam Grand Prix du Centenaire was dat een vergoeding van 20 franc. Meedoen aan de tweede ronde, de Grand Prix de l'Exposition universelle de 1900 was duurder: 200 Franc.
Tijdens de wedstrijden werden één voor één duiven losgelaten en de lucht in gejaagd. Vervolgens werden die duiven door de deelnemers uit de lucht geschoten. Wie twee duiven miste, lag uit de competitie. Wie tegen die tijd de meeste duiven had neergeschoten, won.
Tijdens de eerste ronde wedstrijden, waaraan 166 schutters deelnamen, ging de Australiër Donald Mackintosh er met het goud vandoor door 22 vogels uit de lucht te schieten voordat hij zijn tweede schot miste. De tweede ronde was de Belg Léon de Lunden de winnaar, hij schoot 21 vogels neer. Mackintosh schoot in die ronde 18 vogels neer. Bij elkaar opgeteld legden bijna driehonderd duiven het loodje.
Olympische Status?
De wedstrijden vonden plaats in een periode dat het IOC nog geen keiharde lijst met criteria had waarmee de Olympische status van een sport werd vastgesteld. Dat heeft er, samen met de organisatorische chaos van de Spelen in 1900, toe geleid dat het eigenlijk altijd onduidelijk is geweest wat nou precies de status was van het duivenschieten. In 1912 werd door het IOC een poging gedaan om te bepalen welke sporten tijdens de Spelen van 1900 nou wel en geen Olympische status hadden. Maar meer dan een eeuw later discussiëren historici nog steeds over de geldigheid van de lijsten die uit 1912 bewaard zijn gebleven. Dat er tijdens de Olympische spelen van 1900 ook nog eens twee wedstrijden in het duiven schieten waren, maakt het allemaal niet duidelijker. De winnaars van de twee wedstrijden staan tot op heden niet in de officiële registers van het IOC, al was daar in het geval van de Australiër Mackintosh tot in de jaren ’80 discussie over.
Het was de eerste en laatste keer dat er tijdens de Olympische Spelen op levende duiven werd geschoten. Hoewel de Amerikaanse sportkrant nog beschreef hoe Mackintosh tijdens de eerste wedstrijd zijn duiven ‘in splendid style’ neerschoot, kon het publiek naar verluidt het aanzicht van duiven die bloedend uit de lucht dwarrelden, toch wat minder waarderen. Daarnaast roerden dierenwelzijnsorganisaties zich. Mede door de ophef, die ook buien het Olympische circuit steeds groter werd, was het duiven schieten in 1904, bij de Spelen in St. Louis in de Verenigde Staten geen deel meer van het Olympische programma. De ophef over het schieten op de levende duiven, leidde ook tot de doorbraak van het kleiduivenschieten.