Het Amerikaanse ministerie van Transport legt Lufthansa een boete op van 4 miljoen dollar omdat de Duitse vliegmaatschappij ruim honderd joodse passagiers op doorreis zou hebben gediscrimineerd.
Dat zou in 2022 zijn gebeurd tijdens een vliegreis van New York via Frankfurt naar Boedapest. Nadat een aantal van de reizigers weigerde om mondkapjes te dragen ontzegde Lufthansa 128 joodse passagiers in Frankfurt de toegang tot het vliegtuig dat naar Boedapest zou vliegen. Bijna al deze passagiers droegen kleding die orthodox-joodse mannen doorgaans dragen.
Volgens onderzoekers van het Amerikaanse ministerie gaf een groot deel van de geweigerde passagiers aan elkaar niet te kennen en reisden ze ook niet in een groep. "Ondanks dat behandelde Lufthansa de Joodse reizigers alsof ze een één groep vormden. De toegang tot de vlucht werd hen ontzegd vanwege het vermeende wangedrag van enkelen", schrijft het ministerie.
Het Amerikaanse ministerie legt Lufthansa daarom een boete op van 4 miljoen dollar, omgerekend zo'n 3,7 miljoen euro. Volgens het departement is dat de hoogste boete die het ooit heeft opgelegd aan een luchtvaartmaatschappij voor het schenden van burgerrechten.
Het Duitse bedrijf moet nu nog 2 miljoen dollar betalen aan de Amerikaanse overheid. Eind 2022 trof Lufthansa al een schikking van 2 miljoen dollar met de geweigerde passagiers.
De luchtvaartmaatschappij benadrukt zich al meerdere malen te hebben verontschuldigd voor het incident, maar ontkent discriminatie. Het weigeren van de reizigers zou een gevolg zijn geweest van miscommunicatie.
Ook kan het Amerikaanse ministerie in deze situatie eigenlijk geen boete opleggen, zegt Lufthansa, aangezien het incident plaatsvond in Duitsland. Desondanks zal de vliegmaatschappij de boete voldoen, om zo een rechtszaak te vermijden.