Al acht jaar gunnen de sultan van Brunei en zijn broer prins Jefri elkaar het licht in de ogen niet. Binnenkort doet een rechtbank uitspraak over hun vetes.
Men neme de rijkste man op aarde. De sultan van Brunei. Sinds 1967 aan de macht en goed voor een fortuin van bijna 90 miljard euro. Zijn paleis telt bijna 2.000 kamers en hij heeft een dusdanige voorliefde voor Rolls Royces dat ooit gezegd werd dat de koninklijke familie van Brunei alleen goed was voor de helft van de Rolls-verkoop in de wereld.
Vervolgens neme men zijn boer, prins Jefri. Al even rijk. Maar iets meer een flierefluiter. Hij zou 2 miljard euro naar zichzelf hebben doorgeschoven tijdens de tien jaar dat hij, tot 1997, over het geld van Brunei waakte. Veel van dat geld ging naar zijn speelgoed. Bijvoorbeeld een gigantisch jacht, dat hij niet geheel smaakvol de SS Tits (jawel: SS Tieten) doopte en dat twee speedboten aan boord had, de Nipple 1 en Nipple 2.
Uiteindelijk werd in 2000 buiten de rechtbank om een overeenkomst bereikt. Die bepaalde dat Jefri 4 miljard euro aan aandelen moest teruggeven en had tot gevolg dat hij 10.000 van zijn bezittingen per opbod moest verkopen, van 16.000 ton Italiaans marmer tot Mercedes-brandweerauto's.
De overeenkomst maakte echter geen eind aan het geruzie. Integendeel: Jefri en zijn broer bleven met elkaar overhoop liggen. De sultan meent tot op de dag van vandaag dat zijn broer de toen gemaakte deal schendt. Jefri's kamp ziet de zaak als een wraakactie van de sultan.
Wat er ook gebeurt: als de rechtszaak ten einde is, zal het een van de duurste ooit geweest zijn. Er wordt geschat dat de advocaten er 360 à 730 miljoen euro aan hebben verdiend.