De 16-jarige Collin Brinkmans uit Stadskanaal is weer terecht. De jongen die vorige week wegliep, dook op in Zuid-Polen. Hij was per omafiets onderweg naar China.

"Ik wilde de Chinese Muur zien", zegt de 16-jarige Collin eenvoudigweg. "Daar droomde ik al jaren van. En fietsen is een fijne manier van reizen. Het is goedkoop en je ziet veel." Toen het vorige week ‘niet zo gezellig’ was thuis, stapte Collin op zijn omafiets. Niet naar school, maar naar China. Met 120 euro op zak, een identiteitskaart, een flesje water en een kaart van Nederland. "Ik wist dat ik naar het oosten moest fietsen. Ik heb de zon gevolgd, en steeds een nieuwe kaart gekocht als ik de grens overstak", vertelt hij vanuit het opvanghuis voor minderjarigen in Polkowice, waar hij zondagavond strandde.

Een Pools stel sprak hem die avond aan, toen hij na zes dagen en negenhonderd kilometer fietsen even pauze stond te houden, bij een bushalte in Przemkov. "Ze vroegen of ik iets nodig had. Ik zei dat het prima met me ging, dat ik genoeg eten en drinken bij me had. Toen vroegen ze waar ik vandaan kwam en vertelde ik ze mijn verhaal." Bij het horen van zoveel avontuurdrift alarmeerde het stel de politie, die de jongen herkende van een internatonaal opsporingsbericht.

Maandag kreeg hij zijn doodongeruste moeder aan de telefoon. "Ze is boos", constateert Collin nuchter. "Ze komt me morgen ophalen. Ergens wel jammer. Ik had graag verder willen gaan. Tot nu toe was mijn reis erg mooi. Ik heb door de natuur gefietst, door bergen. Maar ik heb nog steeds China niet gezien." Dat zijn moeder en twee zusjes totaal onzeker waren over zijn lot, lijkt weinig indruk te maken. "Ik ben toch zestien? Over twee jaar ga ik het huis uit en wil ik sowieso veel reizen."