Gemarineerde cavia
1 cavia, liefst een flinke dikke
peper, vers gemalen
2 worteltjes, in schijfjes
1 ui, in ringen
2 takjes bladselderij
1 takje tijm
1 laurierblad
6 jeneverbessen
4 dl rode wijn
125 gram boter
1 eetlepel maïzena
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels rode bessengelei
Wrijf de cavia in met zout en peper.
Maak een marinade door wortelen, ui, bladselderij, tijm, laurierblad en wijn met elkaar te vermengen. Leg de cavia in de marinade en laat deze onder af en toe keren 1 dag marineren. Laat de cavia uitlekken en droog deze af met een stuk keukenpapier.
Zeef de marinade en houd wortelen en uien apart. Laat de marinade tot de helft inkoken. Leg de cavia in een braadslede en schik wortelen en uien eromheen. Verhit de boter in een pan tot de boter bruin ziet, plaats de braadslede iets onder het midden in een voorverwarmde oven (175 oC) en schenk de bruine boter over de cavia.
Braad de cavia 40 minuten en bedruip deze elke 10 minuten met de braadboter. Leg de cavia op een schaal en houd deze op een pan met kokend water. Schenk de marinade bij de braadboter en roer alle aanzetsels los van de bodem van de braadslede. Schenk de jus door een zeef in een pan en breng de jus aan de kook.
Maak de maïzena aan met citroensap en bind de saus hiermee. Roer de bessengelei erdoor en breng de saus op smaak met peper. Schenk een deel van de saus over de cavia en geef de rest er apart bij.