Het was een ongewone strafzaak. Een automobilist (20) had op 10 mei vorig jaar op een invalsweg van Drachten een duif aangereden. De man stond voor de economische politierechter terecht voor overtreding van de Flora- en faunawet. Hij werd ervan beticht dat hij een houtduif, een beschermde inheemse diersoort, had gedood of verwond. De verbalisant had tot zijn verontwaardiging gezien dat de beklaagde op een invalsweg van Drachten met onverminderde snelheid was toegereden op drie duiven. Twee van hen hadden tijdig kunnen wegkomen. Maar de derde was door de auto geraakt en weggefladderd naar bosschages. Het is niet bekend, of de duif de aanrijding heeft overleefd. De man had volgens de politiebeambte voldoende ruimte gehad om uit te wijken. Hij ontkende dat hij de duif opzettelijk had aangereden. De autorijder liet weten dat hij in gesprek met zijn vriendin was geweest. Hij verzekerde dat hij de duiven niet had gezien. De officier van justitie achtte een bewezenverklaring wel degelijk mogelijk. Volgens de officier had de gedaagde bewust het aanmerkelijke risico genomen dat hij de duif zou aanrijden. De aanklager vorderde een boete van €150. De man had de zaak kunnen schikken door dat bedrag te betalen. De economische politierechter dacht er evenwel anders over. Hij sprak de automobilist vrij. De magistraat constateerde dat niet is vastgesteld of de aangereden duif een ‘beschermde diersoort' was of een gedomesticeerde vogel, zoals een postduif.