Uit onderzoek blijkt dat de afkeer voor okselgeur niet natuurlijk is. Kinderen hebben niet zo'n moeite met okselgeur, dat komt pas later. De afkeer is dus waarschijnlijk aangeleerd. De meeste mensen halen hun neus op voor okselzweet, terwijl in het zweet feromonen zitten, die juist de aantrekkingskracht op anderen zouden moeten verhogen. Aangezien kinderen geen echte afkeer hebben, stellen onderzoekers dat ons oordeel waarschijnlijk is aangeleerd. Nog niet zo lang geleden wasten mensen zich nog niet zo vaak en stonken ze volgens de huidige norm een uur in de wind. Tegenwoordig doucht iedereen zich bijna dagelijks en wordt iedereen die dat ruikbaar niet doet, veroordeeld. In sommige andere culturen gaat men heel anders om met okselgeur. Een voorbeeld is Nieuw-Guinea: als afscheid steken de stamleden elkaar een hand onder de oksel, waarna ze met die hand over hun eigen lichaam strijken.