De Doomsday Clock, een symbolische klok waarmee prominente wetenschappers aangeven hoe groot het gevaar is dat de wereld door een kernramp of andere noodlottige ontwikkelingen ten onder gaat, is een minuut teruggezet. Hij staat nu op zes minuten voor middernacht. De wetenschappers zijn van oordeel dat de wereld iets verder van een totale vernietiging is verwijderd dan in 2007. Toen werd de klok twee minuten vooruit, op vijf minuten voor middernacht gezet. Aanleiding daarvoor vormden de crises rond de atoomprogramma's van Iran en Noord-Korea en de Amerikaanse bereidheid desnoods kernwapens in te zetten bij een conflict. Het huidige optimisme van de wetenschappers is ingegeven door de machtswisseling in de Verenigde Staten, waar het tijdperk van de Republikein George Bush ten einde kwam en de zwarte Democraat Barack Obama aantrad, alsmede de houding van de Russische president Dmitri Medvedev. Obama en Medvedev hebben verklaard te gaan samenwerken om hun kernwapenarsenalen drastisch in te perken. De Doomsday Clock wordt beheerd door de raad van bestuur van het Bulletin of Atomic Scientists, een blad dat in 1945 werd opgericht door natuurkundigen die zich zorgen maakten over het uitbreken van een kernoorlog. De Doomsday Clock werd in 1947 ingesteld en toen op zeven minuten voor middernacht gezet. Sindsdien is hij negentien keer voor en achteruit gezet. Het dichtst bij middernacht - twee minuten - kwam de wijzer in 1953, na de geslaagde Amerikaanse proef met een waterstofbom. Het verst van middernacht, 17 minuten, werd hij in 1991 gezet na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.