Het klinkt misschien als de titel van een leuk kinderboek, maar dan wel één met een kern van waarheid. Wetenschappers hebben een manier gevonden waarop aardbevingen dagen van tevoren al voorspeld kunnen worden. De hoofdrol in het verhaal is weggelegd voor een kikker die het hazenpad kiest. Bioloog Rachel Grant bestudeerde eind maart 2009 padden in het San Ruffinomeer in Italië. Samen met haar team hield ze de aantallen padden, de temperatuur, vochtigheid, windsnelheid, regen en nog vele andere factoren bij. Op 28 maart verzamelen de mannelijke padden zich in het meer voor het paarseizoen, maar twee dagen later – nog voor het paarseizoen is begonnen – zijn veel padden alweer vertrokken. Op 1 april is zo’n 96 procent van de padden weggelopen. Op 6 april vindt op zo’n 75 kilometer afstand van het meer een aardbeving plaats. Meer dan 300 mensen komen om en 40.000 anderen moeten worden geëvacueerd. Ook na de aardbeving blijft het aantal padden klein. Op 9 april komen de padden weer even massaal terug naar het meer. Het is dan volle maan en dus een goede gelegenheid om te paren. Maar gelijk daarna vertrekken de padden weer. Pas op 15 april, twee dagen nadat de laatste naschok het land heeft laten beven, vestigen de padden zich weer in het meer. Uit onderzoek is gebleken dat geen enkele pad tussen 6 april en de laatste naschok gepaard heeft. En dat is opvallend. De amfibieën verlaten het meer vrijwel nooit voordat ze gepaard hebben. Maar hoe wisten de padden wat er aan zat te komen? Grant vroeg diverse metingen van elektrische activiteit in de ionosfeer op en concludeert dat het vertrek van de padden samenhangt met een verstoring van de radiogolven met een hele lage frequentie. “Ons onderzoek legt voor het eerst het gedrag van dieren voor, gedurende en na een aardbeving vast,” vertelt Grant. “Onze resultaten suggereren dat de padden in staat zijn om kenmerken van voor de aardbeving zoals het vrijkomen van gassen en geladen deeltjes op te merken en als een waarschuwingssysteem te gebruiken.”