Een groep onbekende fraudeurs heeft in de VS meer dan 10 miljoen dollar verdiend door steeds minieme bedragen van creditcards en bankpassen te innen. Zogenaamd voor betalingen aan webshops, die in werkelijkheid niet bestonden.
De bedragen varieerden tussen de 20 dollarcent en 9 dollar, waardoor rekeninghouders meestal niet de moeite namen om te protesteren tegen de afschrijving van hun rekening.
Wel trokken consumenten eerder aan de bel bij de afschrijvingen van 20 cent omdat ze die eerder bizar vonden dan een hoger bedrag.
Elke kaarthouder werd maar één keer bedrogen om het risico op ontdekking te verkleinen. Meer dan een miljoen pashouders zijn zo voor het lapje gehouden, zegt de Federal Trade Commission (FTC), een Amerikaanse overheidsorganisatie die consumentenbelangen beschermt, tegenover de New York Times.
Banken hadden al evenmin argwaan. Bij webbetalingen is slechts de bank die de internetwinkel als klant heeft, verantwoordelijk voor restitutie van eventuele fraude. Dus de bank van de kaarthouders ging veelal niet tot actie over.
Als een bank die de shops bediende, wel op onderzoek uitging, dan werd ze gerustgesteld door nepwinkels: de fraudeurs plaatsten fakewebshops voor kantoorartikelen of elektronica op het internet, compleet met producten die nooit werden geleverd.
Ook huurden ze kantooradressen van hierin gespecialiseerde bedrijven. In werkelijkheid was daar niemand. De FTC heeft niet meer dan 100 duizend dollar aan bezittingen in Amerika kunnen achterhalen.
Wie de fraudeurs zijn, is niet bekend, zo schrijft de New York Times. De FTC heeft de fraude weliswaar boven water gekregen toen er toch consumentenklachten kwamen, maar de daders zijn onvindbaar.
Het geld is verdwenen naar bankrekeningen in Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije, Cyprus en Kirgizië.