Een 20-jarige Rotterdammer ontloopt een gevangenisstraf van zes jaar omdat hij na het door hem gepleegde misdrijf invalide is geworden. De op 3 februari nog gezonde D.M. perste onder bedreiging van een pistool een automobilist in Breda af. Samen met een 20-jarige mededader beval hij de man in zijn auto te gaan zitten. Onderweg naar Rotterdam dwongen ze het slachtoffer een aantal keren geld te pinnen. M. schafte met de opbrengst van de brute overval een scooter aan. Kort na de aankoop raakte hij met zijn scooter betrokken bij een zeer ernstig ongeval. M. lag drie maanden in coma en is nu lichamelijk gehandicapt. Hij kan moeilijk lopen en spreken gaat hem nog slechter af. "Ik zeg herhaaldelijk tegen hem dat hij maar moet opschrijven wat hij wil zeggen, omdat ik hem niet kan verstaan", zo vertelt zijn raadsman F. Jansen. De reclassering schat de kans dat M. nog eens zware misdrijven pleegt als laag in. "Het is voor hem vrijwel onmogelijk nog soortgelijke delicten te plegen", constateert ook de rechtbank, die de Rotterdammer tijdens de behandeling zag spartelen met zijn motoriek en zijn spraak. De politie kwam M. en zijn mededader op het spoor toen hij na zijn coma nog maar net ontslagen was uit het ziekenhuis. Hij bracht 73 dagen in voorarrest door. "Tijdens die voorlopige hechtenis heeft M. ernstige beperkingen ondervonden door zijn lichamelijke toestand", zo weet de rechtbank. Na 73 dagen werd hij daarom op vrije voeten gesteld. De rechtbank vindt de grove afpersing met vrijheidsberoving op zich goed voor een langdurige en onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Ze legt aan mededader A.M., die voor hetzelfde wordt veroordeeld als de nu invalide D.M., een gevangenisstraf op van zes jaar. Door zijn handicap ontloopt D.M. die straf. De rechtbank legt hem voor de vorm nog een voorwaardelijke gevangenisstraf op van een kleine twee jaar. "Die uitzonderlijke voorwaardelijke straf is bedoeld om de ernst van het feit te benadrukken", overweegt de rechtbank. "M. is indirect al gestraft voor zijn foute handelen nu zijn lichamelijke gesteldheid het gevolg is van het scooterongeval, terwijl hij de scooter had aangeschaft met het geld dat hij van de opbrengst van de overval had gekregen", aldus de rechtbank in haar vonnis.