Eeuwenlang werd het Ayapaneco gesproken in het land dat nu bekend staat als Mexico. Het overleefde de Spaanse verovering, oorlogen, revoluties, hongersnoden en overstromingen. Maar nu, zoals zo vele andere inheemse talen, het is met uitsterven bedreigd.
Er zijn slechts twee mensen die het vloeiend kunnen spreken - maar ze weigeren met elkaar te praten. Manuel Segovia, 75 en Isidro Velazquez, 69, wonen op nog geen 500 meter afstand van elkaar in het dorp Ayapa in de zuidelijke deelstaat Tabasco. Wat precies de oorzaak is waarom ze elkaar vermijden is niet duidelijk, maar de mensen die hen kennen zeggen dat ze nooit echt van elkaars gezelschap genoten.
"Ze hebben niet veel met elkaar gemeen," zegt Daniel Suslak, een taalkundige antropoloog van de Universiteit van Indiana, die betrokken is bij het onderzoek om het woordenboek te kunnen samenstellen.
"Toen ik een kleine jongen was sprak iedereen zo," vertelde Segovia Guardian aan Suslak via de telefoon. "Het is bij mij stukje bij beetje aan het verdwijnen en nu denk ik dat het met mij uit zal sterven." Segovia, die ontkent ruzie te hebben met Velazquez, heeft tot ongeveer 10 jaar geleden nog regelmatig Ayapaneco gesproken met zijn broer ‘om in vorm te blijven’. Na diens dood spreekt hij nog Ayapaneco met zijn vrouw en zoon, die hem wel begrijpen maar het zelf niet spreken. Velazquez heeft naar verluidt niet regelmatig meer contact met iemand in zijn moedertaal.
De naam Ayapaneco zelf is bedacht door buitenstaanders, Segovia en Velazquez noemen hun taal Nuumte Oote, die de ‘ware stem’ betekent. Ze spreken verschillende versies van deze ‘waarheid’ en hebben de neiging het niet eens worden over details, zoals uitspraak. Het woordenboek dat later dit jaar uit zal komen bevat dan ook beide versies.