Het is bijna honderd jaar geleden dat de ramp met de Titanic plaatsvond, maar onderzoekers zijn er nu pas in geslaagd om een slachtoffer te identificeren.
Vijf dagen nadat de zogenaamd onzinkbare boot in 1912 onder water verdween, visten reddingsteams een jongetje uit het ijzige water. Maar wie was dit slachtoffertje? De peuter werd uiteindelijk anoniem en samen met 150 andere slachtoffers begraven. Op het monumentje staat de tekst: "Opgericht ter nagedachtenis aan een onbekend kind van wie de stoffelijke resten na de Titanic-ramp werden teruggevonden."
In 2001 deden wetenschappers een poging om het kindje te identificeren. Aan de tandjes van het jongetje vermoedden de onderzoekers dat het kindje tussen de negen en vijftien maanden moest zijn geweest. Op de boot zat een Fins jongetje van dertien maanden: Eino Viljami Panula. Eindelijk had het onbekende jongetje een naam gekregen.
Maar zij bleken het mis te hebben, schrijven andere onderzoekers nu in het blad Forensic Science International: Genetics. De handschoenen die het jongetje droeg leken net wat te groot voor zo'n kleine peuter, dachten ze. En die vermoedens blijken te kloppen. Uit een nieuwe DNA-test blijkt het voor 98 procent zeker te gaan om het jongetje Sidney Leslie Goodwin, destijds anderhalf jaar oud. De zoektocht werd extra bemoeilijkt doordat er geen enkel familielid van Sydney de ramp had overleefd. Zijn vader trok van het Engelse Fulham met het gezin naar Amerika om werk te vinden nabij de Niagara Falls. Zijn hele gezin, zijn vrouw en hun kinderen Lillian (16), Charles (14), William (11), Jessie (10) en Harold (9) kwamen om. De slachtoffers reisden derde klas.