Twee dagen nadat hij een groot herseninfarct kreeg lag de 60-jarige politieman Richard Marsh in een ziekenhuisbed toen hij aan zijn voeteneind hoorde hoe zijn vrouw Lilly en de dokter bespraken of ze hem zouden loskoppelen van de beademing en hem zouden laten sterven. Marsh kon niks, niets bewegen, niets zeggen. Maar hij wilde niet dood. Gelukkig besloot zijn vrouw nog even te wachten met hem uit zetten. Langzaam kwamen zijn lichaamsfuncties weer op gang. En nu is hij vrijwel geheel hersteld. Hij vertelde zijn, huiveringwekkende, verhaal aan de Guardian. “Het was heel eng om het gesprek te horen en niets te kunnen doen.” De meeste patiënten in de toestand van Marsh komen nooit meer bij.