Johan Adolf Brands kwam er op zijn trouwdag tot zijn ontsteltenis achter dat hij officieel als vrouw te boek stond. We spreken 1931 en het homohuwelijk bestond nog niet. De trouwerij kon dus geen doorgang vinden.
ONJUIST GESLACHT IN DE REGISTERS VAN DEN BURGERLIJKEN STAND.
In de registers van den Burgerlijken Stand van Rijswijk was een jongeman, met de voornamen Johan Adolf indertijd bij zijn geboorte ingeschreven als dochter van zijn ouders. Op zichzelf leverde deze vergissing gedurende de eerste levensjaren van het jongmensch. aangezien men voor hem toen geen uittreksels van zijn geboorteakte noodig had, natuurlijk geen enkel bezwaar op.
Ook vormde deze onjuiste inschrijving blijkbaar geen belemmering, toen de betrokkene later werd ingeschreven voor den dienstplicht.
Hij werd goedgekeurd en vervulde daarop zijn dienstplicht bij het regiment kustartillerie.
De aspiraties van den jongeman voor de toekomst gingen echter verder. Hij leerde een meisje kennen en besloten werd lief en leed verder samen te gaan dragen. Dies toog het aanstaande hoofd van het gezin opgewekt naar het gemeentehuis en gaf daar kennis van het voorgenomen huwelijk.
Alle voorbereidingen werden getroffen om op den vastgestelden dag in het huwelijksbootje te kunnen stappen.
Wie schetst echter zijn verbazing, toen hem de mededeeling gewerd, dat de ambtenaar van den Burgerlijken Stand weigerde het huwelijk te voltrekken en wel op grond, dat de wet een huwelijk van twee personen van hetzelfde geslacht niet kent. Want uit de geboorte-akten, welke aan dien ambtenaar vóór de huwelijksvoltrekking moeten worden ter hand gesteld, was hem gebleken, dat de personen, die zich door hem in den echt wilden laten verbinden, beiden waren ingeschreven als zijnde van het vrouwelijk geslacht.
Groot was natuurlijk de teleurstelling bij de jonggeliefden, die maar niet konden begrijpen, hoe een dergelijke klaarblijkelijke vergissing in vroeger jaren thans nog een beletsel kon zijn voor hun huwelijksgeluk.
De ambtenaar beriep zich echter op de wet en bleef zijn medewerking weigeren.
Ontsteltenis bij het paartje.
Gelukkig voor hen evenwel is de vroeger gemaakte fout niet onherstelbaar. Met bekwamen spoed wendde de trouwlustige jongeman zich tot een advocaat, om verbetering van zijn geboorte-akte te vragen. Deze, mr. Mobach, diende vervolgens een daartoe strekkend verzoekschrift in bij de Haagsche rechtbank. Dit college gaf vervolgens een beschikking, waarbij opgedragen werd om door een deskundige te doen bewijzen: le. dat de in het verzoekschrift genoemde persoon dezelfde is als die in de geboorteakte en 2e. dat hij is van het mannelijk geslacht.
Gisterochtend zou dit bewijs plaats hebben. Met mr. Mobach waren verschenen de jongeman in quaestie, zijn vader, die verklaarde van de verkeerde inschrijving niets te begrijpen, een overbuurman, die zeide. dat de betrokkene van kind af bij zijn ouders thuis is geweest en een dokter, die na een onderzoek verklaarde, dat de trouwlustige inderdaad een jongen was. Het woord is nu aan de rechtbank om over het toekomstig levensgeluk van den verzoeker en zijn meisje te beslissen.
Het Vaderland, 11 juli 1931.

Is het nog goed gekomen? Uit de geboorteakte blijkt van wel. Daarin is in de kantlijn aangetekend:
Bij beschikking van de Arrondissementsrechtbank te ‘s Gravenhage van tien Juli negentienhonderd een en dertig, is nevenstaande akte in dier voege verbeterd, dat daarin, ter aanduiding van het geslacht, worde gelezen: mannelijk in plaats van vrouwelijk. De geboorteakte