Nader onderzoek heeft uitgewezen dat de naar haar dood in 1997 in allerijl door de Rooms-Katholieke kerk zalig verklaarde Moeder Teresa (werkelijke naam: Agnes Gonxhe Bojaxhiu) voor geen klap deugde. Aan haar werd de Nobelprijs toegekend omdat ze in meer dan 100 landen missieposten had opgericht. Maar uit het nader onderzoek van Serge Larivee en Genevieve Chevard van de universiteit van Ottawa komt een heel wat minder fraai beeld te voorschijn. Artsen die enkele van haar missieposten bezochten hekelden de bijzonder onhygiënische toestanden die ze daar aantroffen. In haar opvangcentra werd er nauwelijks behandeld, kregen de mensen het verkeerde voedsel en waren er geen pijnstillers aanwezig. Een derde van de zieken die bij haar hulp zochten, stierf zonder ooit behandeld te zijn. Van de vele miljoenen die zij ontving verdween het meeste naar geheime bankrekeningen. Toen de beruchte milieuramp in Bhopal plaatsvond kregen de slachtoffers van haar geen cent, wel heeft ze voor deze mensen gebeden. Moeder Teresa bejubelde het lijden van de armen, dat ze vergeleek met het lijden van Christus. Toen ze zelf, kort voor haar dood, ernstig ziek werd, liet zij zich wel in een buitenlands ziekenhuis behandelen.