Wetenschappers willen sterkere bijen 'fokken' en sperma van sterkste bijen uit Europa kruisen met de sterkste koninginnen uit Amerika.
De bij heeft het zwaar. Over de hele wereld worden bijenvolken geplaagd door pesticiden, genetisch gemanipuleerde gewassen, parasieten en de afname van biodiversiteit. In heel Europa wordt stevig gediscussieerd over de aanpak van het probleem. Maar wetenschappers van de Washington State University de Universiteit in Amerika zeggen nu bezig te zijn met een oplossing: een spermabank voor bijen. Het idee is om het sperma van de sterkste bijen uit Europa en de Verenigde Staten te gaan verzamelen en te kruisen. Op die manier kan men misschien nieuwere bijensoorten met sterkere genen ontwikkelen.
Omdat het in Amerika verboden is om bijen uit Europa te importeren en de verschillende soorten dus genetisch gescheiden zijn, worden er nu proeven in een laboratorium voorbereid.
Hoe dat in zijn werk gaat? Bijenonderzoeker Sue Cobey vertelt in The Atlantic:
"Als je een klein beetje op de buik van een volwassen mannetjesbij drukt, duw je zijn sperma eruit zodat je het kunt opvangen in een mini buisje."
Bijensperma kan bij een kamertemperatuur tot ongeveer veertien dagen goed blijven. Op die manier kunnen de onderzoekers het sperma uit het buitenland importeren naar Amerika waar ze het met vloeibare stikstof invriezen. Dankzij die vloeibare stikstof kan het bijensperma jarenlang goed blijven. Maar het sperma kan ook meteen worden geïnjecteerd bij een van tevoren geselecteerde bijenkoningin.
Het zaad wordt van de allersterkste bijen uit Europa gebruikt en bij de allersterkste bijenkoninginnen uit Amerika geïnjecteerd.
Wereldwijd worden bijenvolken getroffen door plotselinge verdwijnziektes waarbij complete bijenvolken verdwijnen. Hoe meer dat gebeurt, hoe erger de gevolgen voor de biodiversiteit en voor de landbouw. Bijen zorgen namelijk voor onze gewassenbestuiving.
In Europa geldt op dit moment een tijdelijk verbod op drie insecticiden die tot een grotere bijensterfte zouden kunnen leiden. Maar uit onderzoek van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) bleek maandag dat het verbod nauwelijks invloed heeft op het totale gifgebruik in de Nederlandse land- en tuinbouw. Volgens het CLM valt maar 15 procent van al het gebruikte gif nu onder dit verbod.