Waarschijnlijk moest de eigenaar van een jas 2 keer knipperen met zijn ogen toen hij in oktober in een kroeg in Zwolle een man zag zitten. Met zijn jas aan en zijn sjaal om de nek.
Deze man, de 26-jarige D.R. uit Wezep had het kledingstuk eerder die avond uit een ander café gestolen. De portemonnee die in een van de jaszakken had gezeten, was verdwenen. R. moest zich voor de diefstal bij de politierechter in Deventer verantwoorden. Daar kwam hij echter niet opdagen. Bij de politie had hij verklaard hij dat hij de portefeuille in een steegje had weggegooid. Maar een zoektocht naar de beurs leverde niets op. Het slachtoffer trof de jassendief net op tijd in de kroeg aan, zo bleek achteraf. R. had daar geprobeerd om de jas te verkopen aan verschillende andere klanten, maar hij had nog geen afnemer kunnen vinden.
Omdat de verdachte nog geen relevant strafblad heeft op het gebied van diefstal, eiste de officier van justitie een werkstraf van veertig uur tegen hem. De rechter ging mee in deze straf en veroordeelde R. bij verstek.