Een van de vier gouden medailles die Jesse Owens tijdens de Olympische Spelen van 1936 won, heeft bij een veiling meer dan een miljoen euro opgeleverd.
Het historische kleinood werd bij veilinghuis SCP Auctions in Californië voor 1.466.574 dollar verkocht aan miljardair Ron Burkle, eigenaar van NHL-team Pittsburgh Penguins.
De vier medailles die de Amerikaan behaalde in nazi-Duitsland worden gezien als het beroemdste en waardevolste eremetaal ooit behaald. De donkere Owens versjteerde daarmee het nationaal-socialistische 'feestje' van Adolf Hitler.
Welke van de vier medailles onder de hamer ging, is niet bekend. Owens pakte goud op de 100 meter, 4x100 meter, 200 meter en het verspringen, maar op de plakken staan de onderdelen niet vermeld. De medaille komt uit de nalatenschap van de acteur Bill 'Bojangles' Robinson, een goede vriend van Owens.
Het astronomische bedrag is het hoogste dat ooit voor een olympisch sportobject bij een veiling is betaald. Vorig jaar werd de beker die werd uitgereikt aan de winnaar van de marathon in 1896 geveild voor 865.000 dollar.
Het duurste sportobject ooit is de bal die honkballer Mark McGwire het veld uitsloeg in 1998. Met zijn 70ste homerun verbeterde hij het record dat op naam stond van Roger Maris. De bal leverde meer dan drie miljoen dollar op. Volgens kenners was dat veel te veel en is de bal nu niet meer dan een miljoen dollar waard.