Vliegende slangen nemen bij hun vluchten een aerodynamische vorm aan door hun ribben te verschuiven, zo blijkt uit nieuw wetenschappelijk onderzoek.
De slangen van het geslacht Chrysopelea kunnen tientallen meters door de lucht vliegen als ze van de ene boom naar de andere springen.
Voor deze vluchten draaien ze hun ribben wat naar voren zo dat hun lichaam platter en breder wordt.
Dat melden onderzoekers in het wetenschappelijk Journal of Experimental Biology.
De onderzoekers kwamen tot hun bevindingen door de slangen in het wild te observeren.
Vervolgens testten ze hun theorie door met een 3D-printer een plastic model van een slangenlichaam met licht gedraaide ribben te vervaardigen.
Dit model werd in een bak met stromend water gezet om de aerodynamische eigenschappen in kaart te brengen.
Uit het onderzoek blijkt dat de slangen door hun ribben te draaien een lichaamsvorm creëren die vergelijkbaar is met de vorm van een vliegtuigvleugel.
“Als je de slangen ziet, denk je: deze dieren zijn absoluut niet in staat om te zweven, en met hun normale lichaamsconfiguratie kunnen ze dat ook niet”, verklaart hoofdonderzoeker Jake Socha op BBC News.
“Maar vlak voordat de dieren springen, roteren ze hun ribben en wordt hun lichaam platter van het punt net achter hun kop tot waar hun staart begint.”