Een derde van de mensen die op jonge leeftijd een herseninfarct hebben gehad, is na tien jaar dood of kan niet goed voor zichzelf zorgen.

Tot die conclusie komen onderzoekers van het Radboud UMC in Nijmegen. Ze volgden jarenlang duizend mensen die als twintiger of dertiger een herseninfarct hebben gehad.

”Wat we ontdekten, ging helemaal in tegen de heersende gedachte”, vertelt neuroloog Frank-Erik de Leeuw.

”Die was dat mensen pech hadden met zo’n herseninfarct maar dat hun leven daarna gewoon weer door ging. Maar dat is helemaal niet zo. Dit soort mensen is tot tien keer zo vaak werkloos. Ze hebben problemen in hun gezin omdat ze niet meer goed functioneren. Ze overlijden eerder dan gezonde mensen van hun leeftijd, vaak aan hart- en vaatziekten, infecties en kanker.”

De onderzoekers pleiten ervoor dat mensen die een beroerte krijgen op jonge leeftijd, veel langer gevolgd en begeleid worden. ”Het is bijvoorbeeld belangrijk dat ze hun medicijnen goed blijven slikken om ze te beschermen tegen hart- en vaatziekten, waaronder herseninfarcten”, aldus De Leeuw.

Maar ook arbo-, verzekerings- en bedrijfsartsen kunnen een rol spelen, denkt hij. ”Tien procent van de mensen die een herseninfarct krijgen, is onder de vijftig.

Het grootste deel overleeft dit. Dat wil zeggen dat er momenteel in Nederland 100.000 tot 150.000 mensen rondlopen die niet goed functioneren in hun gezin en hun werk, als ze dat al hebben. Die groep krijgt nu geen hulp, maar zou dat wel moeten krijgen”, vindt de neuroloog.

De resultaten van het onderzoek worden vrijdag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Stroke.