Veel Duitse wilde zwijnen zijn te radioactief om hun vlees te eten. De dieren worden nog altijd besmet als gevolg van de kernramp in Tsjernobyl, 28 jaar geleden.
Veel radioactief materiaal waaide na de ramp richting het westen. In de Duitse deelstaat Thüringen zijn de gevolgen daarvan nog altijd merkbaar.
Wilde zwijnen die in de bossen leven eten veel wortels en paddestoelen waarin radioactief cesium is opgeslagen dat daar na de Tsjernobylramp terechtkwam. Bijna 10 procent van de wilde zwijnen in Thüringen is daardoor te radioactief om op te eten. Jagers worden gecompenseerd voor het vernietigde vlees, zo meldt het ANP.
Volgens de wet ligt de grens bij 600 becquerel per kilo vlees. 1 becquerel is gelijk aan 1 uiteenvallende atoomkern per seconde. Het probleem zal ook niet gauw zijn opgelost. Het cesiumisotoop dat de radioactiviteit in de bossen van Thüringen veroorzaakt, heeft een halfwaardetijd van 30 jaar. Dit betekent dat pas na drie decennia 50 procent van het resterende radioactieve cesium is afgebroken door het uiteenvallen van de atomen.