Koffieliefhebbers hebben hun behoefte aan cafeďne mogelijk aan hun genenpakket te danken. Dat blijkt uit een onderzoek van de Harvard School of Public Health.
Zes genen lijken te maken te hebben met de reactie van het lichaam op cafeďne.
De wetenschappers ontdekten de zes ‘koffiegenen’ na het bestuderen van 28 eerdere onderzoeken naar het genenpakket van meer dan 120.000 koffieliefhebbers. Ze vergeleken hun genen met hoeveel koffie ze dagelijks zeiden te drinken.
“Tussen de 2,5 miljoen varianten in het genoom vonden we er een handjevol dat sterk verband houdt met koffieconsumptie”, zegt Marilyn Cornelis.
Twee genen hebben te maken met de manier waarop het lichaam cafeďne verwerkt. Twee andere genen lijken verband te houden met de oppepper die mensen krijgen van cafeďne. De overige twee genen werden eerder al gelinkt aan de verwerking van vetten en suiker.
Deze genen zouden kunnen helpen verklaren waarom sommige mensen wel van koffie houden en anderen niet. “Mijn reactie op een kopje koffie zou heel anders kunnen zijn dan die van iemand anders”, aldus Cornelis.
Waarschijnlijk zijn er meer factoren die bepalen of je een koffieliefhebber bent of niet. Zo zitten er meer stoffen in koffie die daarvoor kunnen zorgen en voegen veel mensen ook nog melk en suiker toe.
De resultaten van het onderzoek verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Molecular Psychiatry.