Barack en Michelle Obama hebben in een interview in People Magazine gesproken over hun ervaringen met racisme in Amerika. Tot nu toe liet het presidentiële paar daar weinig over los.
"Voor hij zijn intrek nam in het Witte Huis was Barack Obama een zwarte man die aan de zuidkant van Chicago woonde en die vaak moeite had om een taxi te krijgen", vertelt Michelle Obama.
En zelf had ze ook zo haar problemen. Toen ze als first lady incognito ging winkelen bij de Amerikaanse winkelketen Target was de enige die in de winkel naar haar toe kwam een vrouw die vroeg of ze iets voor haar uit een schap wilde pakken. "Ze zag me niet als first lady, ze zag me als iemand die haar kon helpen."
Obama voegt daar aan toe: "Er is geen zwarte man van mijn leeftijd, met een goede baan, die niet heeft meegemaakt dat hij de sleutels van zijn auto niet terugkreeg toen hij uit een restaurant kwam. Ja, dat is mij ook overkomen."
Ook werd hij tijdens een chic diner waarbij hij gekleed ging in een smoking eens voor ober aangezien. "Iemand vroeg hem om koffie te gaan halen", vertelt Michelle Obama.
Toch zijn ze ook positief. "De kleine irritaties en vernederingen die wij ervaren zijn niets vergeleken met wat de vorige generatie heeft doorgemaakt", zegt Obama. "Het is verbeterd, maar er kan nog meer vooruitgang worden geboekt", constateert het echtpaar.
Barack en Michelle Obama refereren ook aan de recente gebeurtenissen in Ferguson en New York, waarbij de politie twee zwarte mannen doodschoot.
"Het is één ding dat ik op een diner word aangezien voor ober. Maar het is een andere zaak als mijn zoon wordt aangezien voor dief en in de boeien wordt geslagen, of erger, omdat hij over straat loopt en gekleed is zoals tieners zich kleden."