Variatie in het FTO-gen, dat ervoor zorgt dat mensen meer aanleg hebben voor zwaarlijvigheid, heeft alleen effect bij mensen die geboren zijn na 1942.
Dat schrijft een consortium wetenschappers deze week in PNAS.
Het FTO-gen is een van de bekendste genen waarvan bepaalde variaties de kans op overgewicht verhogen. Een van die variaties verhoogt de kans op obesitas tot wel 50 procent.
Mensen die van zowel hun vader als van hun moeder die variatie meekrijgen, zijn gemiddeld 3,5 kilo zwaarder dan zij die er geen meekrijgen.
Maar nu blijkt dat het verband tussen de variatie en gewicht afhankelijk is van het geboortejaar. Mensen die voor 1942 geboren zijn en de variatie hebben, zijn gemiddeld helemaal niet dikker dan hun leeftijdsgenoten die het gen niet hebben.
Voor personen van na 1942 is het effect juist sterker dan die 3,5 kilo. Bovendien geldt dat hoe later iemand geboren is, hoe sterker de impact. Het effect van de genvariatie wordt door de jaren heen dus steeds sterker.
De onderzoekers denken dat veranderingen in de leefomgeving verantwoordelijk zijn voor het verschil in impact. Genen werken zelden op zichzelf en hun werkzaamheid wordt mede bepaald door de omgeving.
De onderzoekers stellen dat die sterk is veranderd sinds 1942: het werk is doorgaans fysiek minder zwaar, er is meer en makkelijker voedsel verkrijgbaar en er zijn andere chemicaliën en technologieën in onze omgeving.
Door een of meerdere van deze veranderingen is een gen dat vroeger geen enkel probleem gaf, nu opeens een risicofactor geworden. De wetenschappers stellen dat door hun vondst gezondheidswetenschap weer een stukje moeilijker wordt: genen die nu geen effect lijken te hebben, zouden in de toekomst opeens probleemgevallen kunnen worden.