Het onderwijsparadijs van Europa. Zo wordt Finland genoemd. Finse lagereschoolleerlingen hebben van alle Europese landen het minste uren les en het minste huiswerk. Toch scoren ze het beste op internationaal PISA-onderzoek. Hoe ze dat flikken? Met gemotiveerde leraren, grote speelplaatsen en veel knuffels. Zonder punten.
“Het onderwijs in Finland is redelijk traditioneel”, zegt juf Heli Grönroos. Waar zit dan het verschil met de andere landen die allemaal slechter scoren in internationale onderzoeken? “Ik denk dat onze leerlingen gelukkiger zijn op school. En daardoor liever en beter leren.”
Een misverstand is dat er in het Finse basisonderwijs geen toetsen of examens zijn. “We toetsen de leerstof wel”, zegt Heli. “Alleen plakken we er geen cijfers op. Dat is bij wet verboden in de eerste jaren van het basisonderwijs. Maar je moet als leraar wel weten waar je leerlingen staan.”
De toetsen die Heli geeft zijn niet voor elke leerling gelijk. Dat vindt ze vanzelfsprekend. “Waarom zou je een jongen die goed is in wiskunde op dezelfde manier testen als iemand die er problemen mee heeft? Je moet testen wat ze wel en niet kunnen, elk op hun niveau. Alleen zo steek je er als leraar iets van op.” Heli is blij met de wet die cijfers geven verbiedt. “Ofwel haal je goede punten en dan heb je weinig aan een toets. Ofwel heb je problemen met de leerstof en maken slechte resultaten het nog erger. Je zin om te leren daalt, je ouders zijn kwaad, je schaamt je … Ik geloof niet dat daar één leerling beter van wordt.”
“Ik schrik hoe weinig ‘les’ hier gegeven wordt”, zegt Georges, de directeur van De School. “De leerlingen maken tien oefeningen en dan zijn ze weer gaan spelen. Maar ik zie ook wat het opbrengt. Leerlingen zitten hier niet ongeconcentreerd te schuifelen op hun stoel. Ze zijn rustig, letten goed op, doen mee. Je leert aan frisse leerlingen meer op een half uur dan aan uitgebluste leerlingen op twee uur.