De vader van een tweeling staat voor een onmogelijke keuze. Beide meisjes hebben een levertransplantatie nodig. Maar hij kan maar donor zijn voor één van hen.
Michael en Johanne Wagner uit Ontario in Canada adopteerden de Vietnamese meisjestweeling Binh en Phuoc toen ze 18 maanden oud waren. Na adoptie bleek dat de meisjes allebei het Alagille syndroom hebben, een levensbedreigende leveraandoening. "Ze kunnen ieder moment ziek worden en dan is er acuut levensgevaar", stelt vader Michael in een post op Facebook.
De kinderen hebben een levertransplantatie nodig. Toevalligerwijs blijkt vader Michael geschikt te zijn om als donor te fungeren. Maar dat kan hij maar voor één van de twee meisjes zijn. Een onmogelijke keuze.
Het paar zit niet bij de pakken neer. Via Facebook proberen ze nu een tweede donor te vinden om beide meisjes te redden. Op de pagina staat uitgelegd waar een eventuele donor aan moet voldoen om de tweeling te helpen en met wie die eventuele donor contact moet opnemen.
Sinds de Wagners hun oproep op Facebook hebben geplaatst, is er veel media-aandacht voor. "Deze mediacampagne overtreft onze stoutste verwachtingen", schrijft het stel in een post op Facebook. Ook laten ze weten dat er honderden persoonlijke reacties binnen zijn. Of daar de verlossende donor tussen zit, moet nog blijken.
Foto@Hart: Nee.
Bloedgroep is niet genoeg bij leverdonaties. Er moeten een dozijn of zo specifieke immuungenen hetzelfde zijn tussen de donor en de acceptor, dan is er een kans dat het lukt.
Tussen vader en dochter is er een grote kans. Tussen bijv. een kind en haar tante is de kans al een stuk kleiner... er zijn zoveel variaties op die genen mogelijk.
Tussen iemand en een willekeurig persoon dat geen familie is, is de kans bijna nul.
Daarom hebben ze DNA-profielen van mensen op de wachtlijst klaar staan. Zo kunnen ze direct checken of bij overlijden van een donor er toevallig iemand is die zijn organen kan accepteren.
@Hart: Huh. Ik had nog niet gezien dat het om adoptie ging.
Ik heb even wat online onderzoek gedaan.
Een paar punten:
- Ze halen een deel van je lever eruit als je levende donor bent, dat groeit binnen een maand of 2 weer aan. (maar vanwege extra risico's willen ze misschien niet een 2e keer een deel van je lever doneren)
- De ontvanger moet medicijnen slikken die het immuunsysteem tegenwerken, om afstoting te voorkomen. Dit verhoogt wel de kans op infecties, dus dit blijft een constant risico.
- Zolang de bloedgroep goed is lijkt men een heel eind te kunnen komen met die medicijnen. Het is beter als het orgaan zo compatibel nodig is maar het is niet essentieel.Dus uh... ik had het fout. Het probleem wordt dan iemand te vinden die zo lief wil zijn om zich te laten opensnijden voor die meisjes. Het moet natuurlijk wel iemand zijn die gezond is.
je kunt maar 1 keer een stuk lever doneren, het groeit maar 1 keer goed terug, maar waarom ze (het zijn immers nog kleine kinderen) niet een iets aan de grote kant stuk van de vader pakken, dat doormidden hakken en dat dan aan de kinderen geven is mij niet duidelijk. Misschien houd je dan toch te kleine stukken over.
Aan de andere kant ben ook ik geen expert in levertransplantaties, dus iedereen die mijn naam roept, moet niet 100% op mijn oordeel terugvallen
En over compatibiliteit: de bloedgroep is niet het belangrijkste. Er moeten inderdaad een aantal "HLA's" overeenkomen en dat is lastiger dan bloedgroep. Hoe meer de organen in HLA overeenkomen, hoe minder afstoting. Dat deze niet-biologische-vader compatibel is, is erg fijn en puur toeval. Gelukkig is hij niet de enige ter wereld en kan er dus nog een volgende donor gevonden worden.
aan.