Wie plannen heeft om een zelfrijdende wagen volautomatisch in de garage te parkeren, houdt het best ook rekening met reisziekte. Voor 10 procent van de toekomstige chauffeurs kan de ziekte namelijk wel eens een probleem vormen.

Het is geen toekomstmuziek meer. Weldra zal de zelfrijdende auto zijn intrede maken in ons dagelijks leven. Meer tijd dus om onderweg te sms'en, mails te verzenden, tv te kijken of de krant te lezen. Alleen maar voordelen, zou menigeen denken. Toch wordt er nog één belangrijk aspect over het hoofd gezien. De beruchte wagenziekte, waar velen mee te kampen hebben, kan roet in het eten gooien. Het onbehaaglijke gevoel verschijnt immers bijna uitsluitend als we zelf niet achter het stuur zitten, en laat dat nu net zijn waar de zelfrijdende auto op doelt.

Een rapport van de Universiteit van Michigan (VS), stelde het probleem vast. De autonome wagen telt namelijk drie factoren die de ziekte uitlokken: een conflict tussen het evenwicht en visuele prikkels, het onvermogen om te anticiperen op de bewegingen en geen controle over de richting van het voertuig. Tien procent van de toekomstige bestuurders kan daar last van hebben, gelet op de activiteiten van de bestuurders die de ogen van de weg afhouden. De auteurs van het rapport stellen voor dat de zelfrijdende auto’s daarop worden voorzien. Dat kan al door het gezichtsveld te verbreden met grote ramen en de stoelen naar voren te richten.