Amerikaanse wetenschappers hebben een simpele manier gevonden om eeneiige tweelingen uit elkaar te houden. De methode kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een criminele tweeling van zijn onschuldige broer te onderscheiden.
Het komt af en toe voor dat de politie DNA-bewijs heeft van een dader, maar niet weet van welke tweeling dat is. Doordat het DNA van eeneiige tweelingen bijna geheel overeenkomt, gingen geregeld daders vrijuit.
Zo waren er in 2013 in Marseille tweelingbroers die werden verdacht van zes verkrachtingen. De slachtoffers konden de broers niet uit elkaar houden en ook het DNA-bewijs bood geen uitkomst. In 1999 bleef de tweeling Tyrone en Jerome Cooper, beiden eerder veroordeeld wegens een zedenmisdrijf, op vrije voeten na een verkrachting.
Toch is het niet onmogelijk om tweeling-DNA te onderscheiden. Door invloeden van buitenaf ontstaan er minieme mutaties in het DNA. Als de ene tweelingbroer rookt en de ander niet of als de een buiten werkt en de ander binnen, gaat hun DNA langzaam uiteenlopen.
Om die foutjes te ontdekken was echter een tijdrovend en duur proces. Het hele DNA-profiel van beide verdachten moest namelijk in kaart worden gebracht. Omdat alle drie miljard stukjes van het DNA moeten worden uitgeschreven, kostte het proces wel een maand.
De Amerikaanse wetenschappers hebben een nieuwe methode ontwikkeld, waarbij ze het DNA van de tweeling uiteen laten vallen door hitte. Door de kleine mutaties gebeurt dat bij de verschillende monsters op een ander moment.
Aan het proces zitten nog wel wat haken en ogen. Zo moet er voldoende DNA-materiaal gevonden zijn op het plaats delict. Ook moeten de tweelingen dusdanig verschillende levens hebben geleid dat het verschil in DNA significant genoeg is geworden.
Voor zover bekend zijn er nog geen oude zaken heropend met de nieuwe methode.