Na een filmavondje met zombies of op hol geslagen kettingzagen is een stollingsfactor in het bloed flink gestegen. Met die ontdekking bevestigen Leidse medici het volksidee dat angst bloedstollend kan zijn. Zo gek was dat idee ook niet, schrijven ze in het British Medical Journal, het lichaam heeft er baat bij als het zich in bedreigende situaties voorbereidt op mogelijke verwondingen.
Maar wat logisch lijkt, hoeft nog niet waar te zijn. Daarom zochten de Leidenaren het uit. De artsen rekruteerden 24 gezonde vrijwilligers die ze een documentaire over champagne voorschotelden en een horrorfilm, 'Insidious'. Vóór en na beide films namen ze wat bloed af en controleerden dat op een aantal stollingsfactoren - daar heeft een mens er een kleine twintig van.
En inderdaad, de waardes van factor VIII - een belangrijke stap in de hele cascade van de bloedstolling - lagen na de griezelfim een stuk hoger. De documentaire had daar geen effect op. Andere factoren bleven bij beide voorstellingen gelijk. Misschien maar goed ook, denken de artsen. Als de hele cascade in gang werd gezet, zou het bloed werkelijk stollen. En dat kan, ook evolutionair gezien, niet de bedoeling zijn.
Ze erkennen dat hun studie beperkingen heeft. Hoe spannend 'Insidious' ook moge zijn, echt levensbedreigend is de film niet. Maar de artsen vonden het ethisch niet verantwoord om de vrijwilligers aan echte gevaren bloot te stellen.
Bovendien: met 24 deelnemers was maar net aan de eisen van de statistiek voldaan. Twee vrijwilligers vielen af omdat hun bloed niet helemaal in orde was. En een derde was al voordat hij naar de champagnefilm ging kijken, zo gespannen dat ze hem even apart moesten nemen en wat geruststellende chocolaatjes hebben gegeven. Tevergeefs: toen ze bij hem bloed wilden prikken, viel hij flauw. Te eng.