‘Druk, druk, druk!’ Als we het tijdens korte ontmoetingen op straat graag over het weer hebben, dan nog veel liever over hoe gejaagd ons leven wel niet is. De wekker op half zeven. De file. De meerkamp op het werk. En thuis - jawel, zelfs daar - druk, druk, druk. En wanneer spreken we nog eens af? (Of heb je het te druk?)

Peilingen bevestigen ons aanvoelen. Terwijl in 1965 nog een kwart van de mensen zich altijd opgejaagd voelde, was dat in 2004 al een derde. Tegelijk groeide het aantal boeken dat ons moet helpen met de dagelijkse razernij om te gaan naar een hoge stapel, een onleesbaar hoge stapel want, tja, te druk.

Hoe komt dat toch? De vraag is blijkbaar zo complex dat Europa en de Britse overheid in 2008 respectievelijk 2,5 miljoen euro en 3,7 miljoen pond aan de University of Oxford schonken om het uit te zoeken. De onderzoekers bestudeerden duizenden dagboeken waarin mensen uit dertig landen van uur tot uur bijhielden wat ze aan het doen waren. De universiteit had in de jaren 1960 en 1980 al iets soortgelijks gedaan, en dus kon ze vergelijken. Wat bleek? We hebben het helemaal niet drukker dan vroeger. In de meeste ontwikkelde landen is de som van de arbeidsuren op het werk en thuis (voor bijvoorbeeld schoonmaken en koken) niet groter dan in de jaren 1960. We hebben zelfs iets meer vrije tijd. We hebben het volgens de dagboekanalyses vooral druk omdat we ons aantal gewerkte uren met vijf tot tien procent overschatten. Wie de meeste uren klopt, overschat ook het meest, soms met meer dan de helft. Leerkrachten, advocaten en politieagenten overschatten hun werkuren consequent met twintig procent. Wetenschappers zijn correcter: zij kloppen de uren die ze beweren te kloppen.

Twee groepen hebben gelijk als ze zeggen dat ze het druk hebben. Alleenstaande werkende ouders en hoogopgeleiden met jonge kinderen. Zij werken hard én spelen hard (met hun kinderen). In die laatste groep zitten ook de luidste roepers: academici en journalisten - wat meteen dat hoge aantal stressboeken verklaart.

Maar het gaat ook over status. In de 19de eeuw was het cool om veel vrije tijd te hebben. Rond 1840 bijvoorbeeld kuierden rijke literaire types met hun schildpad door de straten van Parijs om te laten zien hoe ontiegelijk veel tijd ze hadden. Modegrillen veranderen. Vandaag is ‘druk, druk, druk’ een teken van welstand - en dus iets wat we graag willen uitstralen. Stel je voor dat we die dagelijkse gesprekken zouden vullen met ‘Rustig, rustig, rustig… Ik heb tegenwoordig eigenlijk echt niets te doen.’ We zouden snel zonder vrienden zitten. Op onze trouwe schildpad na dan.