Het zijn op zich keurige brieven van de gemeente Amsterdam. 'Aan de erven van de heer Van der Graaf', met de mededeling dat de leverancier zijn rolstoelen en tillift komt ophalen omdat hij ze nu niet meer nodig heeft. Maar Bart van der Graaf is helemaal niet dood. "We zijn best geschrokken."
Bart verhuisde van Amsterdam naar Wassenaar, en had dus brieven moeten krijgen dat hij zijn hulpmiddelen vanaf nu via de gemeente Wassenaar moet regelen. Een foutje van de gemeente, die de verkeerde optie voor standaardbrieven invulde. Drie brieven kreeg hij: twee voor de rolstoelen die hij heeft, en een voor zijn tillift.
"Eerst moesten we er wel om lachen. We maakten grappen als 'nu hoef ik geen belasting meer te betalen, want voor de gemeente ben ik toch dood'. Maar na een paar minuten werd ik steeds bozer. En toen wees ook iemand me erop dat ik echt een groot probleem zou hebben als ik ook in de gemeentelijke basisadministratie dood was verklaard. Dat zou grote gevolgen hebben voor bijvoorbeeld mijn pensioen en zorgverzekering."
Bart belde de gemeente Amsterdam om te vragen hoe het zat, en hoewel hij volgens de gemeentelijke basisadministratie gelukkig nog wél in leven is, werd hij daar niet vrolijker van. "Ik wilde de manager spreken die de brief had ondertekend, maar dat kon. Ze zouden wel in het systeem zetten dat ik niet dood ben. En ik zou gisteren teruggebeld worden, maar heb nog altijd niets van ze gehoord. Ze doen het af als een slordigheid, heel nonchalant."
Door een spierziekte, FSHD, is Bart volledig afhankelijk van zijn hulpmiddelen. De ziekte zorgt ervoor dat zijn spieren afzwakken en hij ze uiteindelijk niet meer kan gebruiken. "Ik kan echt niet zonder mijn rolstoelen. Het duurde bijna een jaar om de zitvorm van de elektrische rolstoel goed te krijgen."
Hij gaat ervan uit dat de gemeente Amsterdam aan Wassenaar doorgeeft dat hij nog leeft en zijn spullen dus nog nodig heeft. Maar het voorval heeft zijn vertrouwen in de gemeente aangetast. "Ik neem aan dat het wel goed komt, maar dat is natuurlijk nog maar afwachten. En ik wil dat een leidinggevende contact met me opneemt om zijn excuses aan te bieden. Dat lijkt me geen rare eis. Want het is heel luguber om zulke brieven te krijgen."