Niet alleen in Utrecht wordt hij gewaardeerd, ook internationaal gooit Roberto Coletti hoge ogen met zijn ijssalon Roberto Gelato. Zijn ricotta-ijs won vorig jaar de tweede prijs bij het wereldkampioenschap ijs maken. Hij vertelt over frikadellenijs en bevroren wiet.

Al 27 jaar lang is ondernemer Roberto Coletti (51) bezig met ijs maken. Is het niet in zijn ijssalon in de Utrechtse wijk Wittevrouwen, dan wel in geboorteland Italië of samen met restaurantchefs. "Ik heb altijd een notitieblokje bij me en er ligt er één op mijn nachtkastje."

Ideeën voor nieuwe smaken krijgt hij op elk moment van de dag. Hij is bijna 24 uur per dag bezig met ijs maken. "Ik denk wel eens: waarom heb ik geen stekker die ik er af en toe uit kan trekken?"

IJs maken is Roberto’s droom en zijn leven. Geboren in Zwitserland, verhuisde hij op zijn vijfde weer naar thuisland Italië, naar de Valle del gelato in de Dolomieten. Uit deze vallei komen de meeste ijsmakers die zich in de vorige eeuw in Nederland hebben gevestigd. Zijn overgrootvader maakte rond 1900 al ijs in de salon die hij in het Poolse Krakow had. Roberto’s opa nam die salon over. Een fascinatie werd geboren voor Roberto.

Achter in de ijssalon in Utrecht, die hij runt met Carlina de Lorenzo, staat een machine uit 1943 die nog altijd gebruikt wordt. In de vitrine tientallen smaken. Aardbei, yoghurt maar ook 'experimenten' van Roberto zoals karnemelk met passievrucht, puur chocolade-ijs zonder melkproducten en ricotta met gezouten pistache en sinaasappel. Deze laatste smaak leverde hem vorig jaar de tweede prijs bij het wereldkampioenschap ijs maken in Italië.