Bij sporten komen vergelijkbare stoffen vrij die onze hersenen gebruiken om kennis en ervaringen op te slaan. Onderzoekers van het Radboud-umc hebben gevonden dat kennis beter wordt opgeslagen als je vier uur later een half uurtje sport. Het onderzoek is gepubliceerd in Current Biology.
Leren is eigenlijk kennis of ervaringen voor langere tijd opslaan in de hersenen. Om iets op te slaan en vast te leggen moeten allerlei processen in zenuwcellen (neuronen) in gang worden gezet. Bepaalde verbindingen tussen neuronen moeten sterker of juist zwakker worden gemaakt. Sinds kort weten we dat die neuromodulerende processen in gang worden gezet door stoffen als dopamine, noradrenaline en BDNF (brain-derived neurotrophic factor).
“We weten al veel langer dat die stoffen ook worden aangemaakt tijdens het sporten,” zegt Guillen Fernandez, hoogleraar Cognitieve Neurowetenschappen aan het Radboud-umc en directeur van het Donders Institute for Brain, Cognition and Behavior. “Nu ze ook met het vastleggen van kennis en ervaringen in verband zijn gebracht, was de vraag of sporten misschien ook helpt bij het opslaan en vastleggen van kennis.”
De groep van Fernandez heeft dat onderzocht door ruim zeventig mensen op een computerscherm plaatjes voor te schotelen waarvan ze de locatie moesten onthouden. Na die leeropdracht kroop een groep mensen op de fiets om gedurende een half uur intensief te sporten. Een tweede groep sprong vier uur na de leertaak op de fiets; de derde en laatste groep sportte helemaal niet. Twee dagen later gingen alle deelnemers een MRI-scanner in om te worden getest op wat ze hadden onthouden, waarbij tegelijkertijd naar hun hersenactiviteit tijdens het herinneren werd gekeken.
Het onderzoek levert opmerkelijke resultaten op. Eelco van Dongen, eerste auteur van het artikel: “We zien geen noemenswaardig verschil in hoeveel onthouden wordt tussen de groep die niet heeft gefietst en de groep die meteen is gaan fietsen. Maar de groep die pas na vier uur op de fiets is gestapt presteert duidelijk beter op de geheugentaak. De scans die we hebben gemaakt ondersteunen het resultaat. In de laatste groep zien we een duidelijker patroon van hersenactiviteit in bijvoorbeeld de hippocampus, een hersengebied dat betrokken is bij de opslag van nieuwe ervaringen en kennis. Zowel de geheugentest als de onderliggende hersenactiviteit wijst dus op een betere geheugenopslag als je vier uur na het leren een tijdje fysiek bezig bent.”
De resultaten geven aanleiding tot verder onderzoek. Ontstaat het effect alleen bij het fietsen of bij elke vorm van sport of fysieke inspanning? Ook is nog niet duidelijk of vier uur later fietsen of sporten het ideale moment is om je geheugen te ondersteunen. Fernandez: “Vervolgonderzoek moet uitwijzen waar het optimum precies ligt. De bepaling daarvan kan ons ook meer inzicht geven in de cascade van moleculaire processen die de basis vormen van het lange termijn geheugen.”