IJsland mag dan op het EK voetbal het ene succes na het andere boeken, in de politiek zitten ze nu toch een beetje met de handen in het haar.

Zaterdag zijn er namelijk presidentsverkiezingen op het eiland, maar volgens politicoloog Baldur Thorhallson zijn daar maar weinig mensen in geïnteresseerd.

Tegen de IJslandse zender RUV zegt hij ‘dat de IJslander op de verkiezingsdag vermoedelijk meer belangstelling heeft voor voetbal dan om naar de stembus te gaan’. Het nationale team van IJsland, dat in de kwalificatiereeks voor het EK Nederland uitschakelde, speelt maandag in de achtste finale tegen Engeland.

Een wereldprestatie, als je bedenkt dat het eiland slechts 333.000 inwoners telt. Om het in perspectief te plaatsen: een IJslandse man tussen de twintig en veertig jaar heeft een kans van 1 op 2.000 om lid te zijn van het nationale team.

Om het team te helpen verder op te stomen – de IJslanders zijn vol vertrouwen dat ook Engeland voor de bijl gaat – zijn volgens de nationale voetbalbond 26.985 dolenthousiaste inwoners afgereisd, schrijft De Standaard. 8 procent van de totale bevolking bevindt zich dus momenteel in en rond Franse voetbalstadions.

We weten dat deze duizenden fans eraan denken hun verblijf in Frankrijk te verlengen, zolang het succes aanhoudt, aldus Thorhallson. Dat betekent dat veel IJslandse kiezers helemaal niet thuis zijn als de kieslokalen opengaan. De politicoloog houdt er ook rekening mee dat er nu nog meer IJslanders in allerijl een reisje naar Frankrijk zullen boeken.

Maar, schrijft het Duitse Tagesspiegel op basis van zijn woorden, die nieuwe president kan het EK-succes gebruiken ‘om het land te verenigen’. Voetbalsupporters kunnen hun stem uitbrengen in de IJslandse ambassade.