Het programma heet 'Paris Summer Innovation Fellowship' en het was eigenlijk bedoeld voor gepromoveerde datawetenschappers en stedenbouwkundigen. Die mogen deze zomer al netwerkend en innoverend samen ideeën over de stad ontwikkelen. En voor je het weet, rolt er dan een hippe start-up uit.
Maar nergens in de voorwaarden stond dat je je als tienjarige niet ook kon aanmelden. Dat deed een Frans meisje, ene Eva, dan ook. Haar probleem: ze vond de straten van Parijs te saai, en probeerde een speelgoedrobot te programmeren om ze te versieren met krijttekeningen. Alleen had ze daar nog wel wat hulp bij nodig.
De organisatoren smolten bij het lezen van deze aanmelding. En misschien roken ze ook wel een publicitaire kans, want ze stuurden Eva een open brief, waarin ze haar uitnodigden voor hun fellowship. "We hopen dat jouw robotica-werk meer jonge meisjes over de hele wereld aanmoedigt om niet alleen te gaan coderen, maar om ook zo dapper te zijn om om hulp te vragen en nieuwe manieren te zoeken om te leren en te groeien."
De rest van het internet smolt mee. Al snel kondigde de directeur van de fabrikant van de speelgoedrobots aan dat hij deze zomer de persoonlijke mentor van Eva wilde worden. Ze verheugt zich enorm, maakte een trotse vader-van-Eva bekend.
Dan moet je natuurlijk een enorme cynicus zijn als je je bij dit sprookje nog af durft te vragen of deze 'innovatie' misschien het plezier weghaalt van het zelf krijten op de stoep. Laat staan of een volwassen ondernemer die een stoepkrijtrobot probeert te pitchen bij financiers niet gewoon de vraag zou krijgen: "Welk probleem lost dit eigenlijk op?"