Russische astronomen hebben een krachtig radiosignaal uit de ruimte gemeten. Heel, heel misschien komt het van een buitenaardse beschaving.

Op 15 augustus 1977 werd op een radiotelescoop in Ohio ook een vreemde piep ontvangen. Door de aantekening door astronoom Jerry R. Ehman werd dit signaal bekend als het Wow-signaal. Het is een eenmalig signaal gebleven, zonder duidelijke conclusies over de herkomst. Het zal vast niet, maar stel nu toch eens dat het waar is. Russische astronomen hebben een krachtig radiosignaal uit de ruimte gemeten dat heel, heel misschien afkomstig is van een buitenaardse beschaving.

Nikolay Bursov en collega’s detecteerden het radiosignaal van ongeveer twee seconden op 15 mei 2015, met de RATAN-600. Dat is een radiotelescoop van de Russische Academie van Wetenschappen, in de Russische republiek Karatsjai-Tsjerkessië, vlak bij de Georgische grens.

Het signaal lijkt afkomstig van de ster HD 164595 op 94 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Hercules. HD 164595 is ongeveer even groot als de zon, en uit eerder onderzoek is bekend dat hij tenminste één planeet heeft, een reuzenplaneet dicht bij de ster. Ook heeft HD 164595 ongeveer hetzelfde gehalte aan zwaardere chemische elementen, en een vergelijkbare leeftijd van 6,3 miljard jaar. Al met al lijkt hij behoorlijk op onze zon, waarbij op één planeet in ieder geval leven is.

Gek genoeg hielden de Russen het stil, totdat een document over het signaal in handen kwam van een journalist die erover een blogje op zijn veel gelezen site schreef. Daarna barste er een golf van internetberichten los over ‘een hoopvol ruimtebericht’.

Toch lijkt behoorlijk onwaarschijnlijk dat er werkelijk intelligente aliens achter het korte signaal zitten, zei Seth Shostak al snel tegen het Britse blad New Scientist. Shostak is astronoom bij het SETI-instituut, dat al sinds 1984 naar signalen van buitenaardse beschavingen zoekt.

Zo zou het nogal wat energie kosten om zo’n krachtige puls de ruimte in te versturen: 100 miljard miljard watt, ruim honderd maal meer dan de aarde van de zon aan energie ontvangt. Ook als het radiosignaal precies op onze aarde gericht zou zijn, zou dat nog altijd meer energie kosten dan het complete verbruik van de mensheid op aarde. Dus áls er een beschaving is, is die ook meteen technisch geavanceerder dan die van ons, zei Shostak, „Het is geen middelbareschoolproject.”

Maar het radiosignaal, met een frequentie van 11 Gigahertz, kan ook afkomstig zijn van een aardse stoorzender. Bijvoorbeeld van een geheime militaire satelliet, die vaak ook zenden binnen dit frequentiegebied.

Nóg een mogelijkheid is dat de ster werkt als gravitatielens voor een radiosignaal áchter de ster. Het signaal wordt dan afgebogen en versterkt, toevallig in de richting van de aarde (de vraag is dan wel wat dán wel de oorsprong is).

Het Russische team wil de vondst pas in detail bespreken tijdens het Internationale Austronautical Congress in Mexico, eind september. Inmiddels hebben meerdere andere telescopen hun vizier al gericht op de mysterieuze radiobron, tot nog toe zonder resultaat.

De aankondiging komt een week nadat bekend werd dat de dichtstbijzijnde ster, Proxima Centauri op 4 lichtjaar afstand, een mogelijk bewoonbare planeet heeft.

Het is echter lang niet de eerste keer dat de alien-alarmen afgaan. In 1967 ontdekte de Noord-Ierse astronomiestudente Jocelyn Bell een mysterieuze, regelmatig pulserende radiobron. Die werd aanvankelijk LGM-1 gedoopt, wat stond voor Little Green Man. Later bleek de radiobron een pulsar, ofwel een snel draaiende neutronenster (waarvoor niet Bell maar haar begeleider Antony Hewish een Nobelprijs kreeg).

En vorig jaar nog maten astronomen mysterieuze microgolfpulsen met de 64 meter grote Parkes-telescoop in Australië, vooral na lunchtijd. Na intensief onderzoek bleken die afkomstig van een magnetron waarvan ongeduldige plaatselijke onderzoekers te vroeg het deurtje open maakten.