24 was David Sneddon toen hij tijdens een reis in China verdween. Hij zou zijn overleden, maar zijn lichaam werd nooit gevonden. Twaalf jaar later blijkt hij nog te leven. Hij werd ontvoerd naar Noord-Korea om Engelse les te geven aan leider Kim Jong-un.

Dat schrijft althans een Japanse nieuwssite. David zou door de Noord-Koreaanse overheid zijn ontvoerd omdat hij vloeiend Koreaans en Engels sprak. Hij werd voor het laatst gezien tijdens een wandeltocht langs de rivier Jinsha Jiang.

David, een mormoon, was destijds als missionaris naar Zuid-Korea gegaan en had een uitstapje gemaakt naar China. Inmiddels zou hij volgens bronnen van de Japanse nieuwssite een vrouw en twee kinderen hebben en als leraar Engels in de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang leven.

De lokale nieuwssite Deseret News uit Utah sprak nadat het bericht bekend werd met de ouders van David, die in Utah wonen. Zij zeiden eerder al dat ze geloofden dat de Noord-Koreanen achter de verdwijning van zijn zoon zaten. De officiële lezing, dat David in de rivier was gevallen en was verdronken, geloofden zij niet omdat zijn lichaam nooit was gevonden.

"Ik ben niet verbaasd", zegt zijn moeder over het bericht dat David in Pyongyang zou wonen. "We wisten dat hij nog leefde." Afgevaardigden in het Congres uit Utah hadden er eerder dit jaar in Washington op aangedrongen om te onderzoeken of de man naar Noord-Korea was ontvoerd. "Er zijn veel onbeantwoorde vragen over zijn verdwijning", zei een van hen destijds.

De familie is blij dat er nu ontwikkeling zit in de verdwijningszaak van David. Zij geloven dat hij niet de enige is die is ontvoerd door de Noord-Koreaanse overheid en hopen dat er ook voor anderen een eind komt aan die situatie. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gaat volgens Deseret News actief in Noord-Korea op zoek naar David.