5000 dollar hadden ze nodig om een kampeerplaats voor demonstranten tegen een pijpleiding op te tuigen. Tot hun stomme verbazing stond er binnen no-time een miljoen dollar op de rekening.
Kennelijk zijn veel inwoners van vier noordelijke Amerikaanse staten tegen de plannen voor de Dakota Access oil pipeline, want er was een ware stormloop op de digitale collectebus gaande.
De Sioux-indianen van de Standing Rock stam in het gebied zijn in een bittere, al maanden durende juridische strijd verwikkeld met een groep oliebedrijven die een bijna 2000 kilometer lange en 3,5 miljard euro kostende pijpleiding door het noorden van het land willen bouwen.
De snelle groei van het toegezegde geld is mogelijk te verklaren doordat de afgelopen week een aantal demonstranten is gearresteerd waarbij de zaak uit de hand liep en er gewelddadig werd opgetreden door agenten. Deze actie zette kwaad bloed op social media bij mensen die de protesten een warm hart toedragen. De voormalig Democratisch presidentskandidaat Bernie Sanders heeft zijn steun uitgesproken aan de indianen in hun strijd tegen de bouw.
De indianen zijn bang dat de pijpleiding hun drinkwatervoorziening zal vervuilen. Daarnaast demonstreren ze tegen de ontheiliging van de grond waar ze al eeuwen op leven.
Het ingezamelde geld is nodig voor hulpmiddelen voor de ongeveer 700 demonstranten in het plaatsje Cannon Ball in North Dakota. De winters in dat gebied kunnen bar en boos zijn met temperaturen die kunnen dalen tot min 30 graden. Veel demonstranten slapen in wigwam-tenten en zouden de koude nachten niet overleven zonder wat extra warmte.
Wat de indianen met het geld gaan doen is nog niet duidelijk. Er is een ook crowdfundactie gestart om de juridische strijd tegen de pijpleiding te bekostigen. Wellicht gaat een deel van het geld daar naar toe.