Een deel van ons DNA is afkomstig van Neanderthalers. En nu hebben onderzoekers ontdekt welk effect deze genvarianten op ons hebben.
Enkele jaren geleden ontdekten wetenschappers dat een deel van het DNA van mensen van Euraziatische afkomst, afkomstig is van Neanderthalers. Het riep direct interessante vragen op. Het feit dat we DNA van de inmiddels allang uitgestorven Neanderthaler bezitten, suggereert immers dat het een functie heeft in ons lichaam. Maar wat doen die genvarianten dan precies?
In de hoop een antwoord te vinden op die vraag, bestudeerden wetenschappers het van Neanderthalers afkomstige DNA in het genoom van een groot aantal mensen van Europese afkomst. Bovendien bestudeerden de onderzoekers de medische dossiers van deze mensen. Uit het onderzoek blijkt dat het van Neanderthalers afkomstige DNA een subtiele, maar significante invloed heeft op moderne mensen.
Neanderthaler-DNA is van invloed op verschillende delen van ons lichaam. Onder meer het brein en de huid.
“We ontdekten dat Neanderthaler-DNA geassocieerd kan worden met een aantal kenmerken op het gebied van het immuunsysteem, de huid, het brein,” somt onderzoeker John Capra op. Ook blijkt het DNA afkomstig van Neanderthalers geassocieerd te worden met psychiatrische aandoeningen.
Sommige van de ontdekkingen die Capra en zijn collega’s deden, bevestigen eerdere hypotheses. Zo vermoeden onderzoekers al langer dat Neanderthaler-DNA invloed uitoefent op cellen die de huid beschermen tegen onder meer ultraviolette straling en ziekteverwekkers. Deze cellen worden keratinocyten genoemd. Uit het onderzoek blijkt dat genvarianten afkomstig van Neanderthalers invloed uitoefenen op de kans dat iemand specifieke beschadigingen aan de huid oploopt, het gaat dan om beschadigingen die veroorzaakt worden door abnormale keratinocyten.
Maar er waren ook verrassingen. Zo blijkt een specifiek deel van het Neanderthaler-DNA de kans op een nicotineverslaving te vergroten. Ook stuitten de onderzoekers op een aantal genvarianten die de kans op een depressie beïnvloeden. Sommige genvarianten hadden een positieve invloed. Andere een negatieve invloed. Een verrassend groot deel van het Neanderthaler-DNA blijkt geassocieerd te kunnen worden met psychiatrische en neurologische effecten. “Het brein is ongelofelijk complex, dus het valt te verwachten dat het introduceren van veranderingen, afkomstig van een andere evolutionaire lijn negatieve gevolgen kan hebben,” stelt onderzoeker Corinne Simonti.
Zo’n 40.000 jaar geleden moeten de van Neanderthalers afkomstige genvarianten nuttig zijn geweest. Maar sommige van die genvarianten hebben zich 40.000 jaar later tegen ons gekeerd, simpelweg omdat de omstandigheden waarin we leven, veranderd zijn. Een voorbeeldje. Er is een van Neanderthalers afkomstige genvariant die de bloedstolling bevordert. Duizenden jaren geleden was dat handig; wonden heelden snel en de kans dat ziekteverwekkers de wond binnendrongen, werd sterk verkleind. In onze moderne leefomgeving is de genvariant eigenlijk ongewenst, omdat deze de kans op beroertes en zwangerschapscomplicaties vergroot. De nadelen van een snelle bloedstolling wegen dus eigenlijk niet meer op tegen de voordelen.