HOORN - Voor het eerst rijdt de West-Friese stoomtram - tussen Hoorn en Wognum - vandaag op biokool. Het is daarmee een Europese primeur, want ook de Museumstoomtram is genoodzaakt om te gaan verduurzamen.

"Als steenkool steeds moeilijker te krijgen wordt of onbetaalbaar wordt op den duur, dan kunnen wij ons museum niet voortzetten", vertelt museumdirecteur René van den Broeke. Het gebruik van steenkool - de traditionele brandstof van de stoomlocomotief - staat vanuit milieuoverwegingen onder steeds grotere druk.

Vorig jaar sloegen stoomtrammuseum, ECN, Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord en New Energy Coalition de handen ineen om op zoek te gaan naar een verantwoord alternatief. "Het is geen klimaatneutrale oplossing, maar wel 'groener' dan het gebruik van steenkool", legt Marieke Endert van Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord uit.

Biokool wordt gemaakt door samengeperst hout of biomassa. Bij de verbranding komen er geen schadelijke stoffen vrij als stikstof en zwavelverbinding. Naast een ietwat andere kleur en geur, is er vooral veel meer van de brandstof nodig om dezelfde afstand af te leggen. "Het is veel lichter en geeft minder warmte. Dus je hebt er veel meer van nodig", zegt machinist Ruud Overweel. "Maar verder blijft de beleving hetzelfde."

Maar het moment dat alle stoomlocomotieven op biokool zullen rijden, is voorlopig nog wel toekomstmuziek. "Er zitten allerlei verschillen in samenstelling van biomassa. En ook daar is het laatste woord nog niet over gezegd. We zullen de komende tijd blijven testen."