Lammert Hingstman uit Bronneger, alias de nieuwe Tjerk Vermaning, wil het van de daken schreeuwen. ,,Ik heb een nieuw hunebed ontdekt. Nog intact. Uniek in Nederland.”

Hij wacht al bij de parkeerplaats van de school annex dorpshuis De Trefkoel in Gasselte. Op nog geen honderd meter van het dorpshuis ligt een langgerekte hoge heuvel die van boven is afgezet met wit lint. Hier en daar steken plastic buisjes uit de grond daarin takjes vogelkers. ,,Heb ik gedaan, om plek te markeren”, zegt Lammert Hingstman (77).

Hier ligt een hunebed dat nog intact is, meent de amateurarcheoloog uit Bronneger. Hij pakt zijn dunne prikstok en laat die in het plastic buisje zakken. Hij beweegt de ijzeren stok van 1,70 meter lang op en neer. ,,Hoor je het getik? Hier ligt een steen onder. Een dikke deksteen. Onder al die buisjes liggen stenen. Kijk maar.” Hij loopt naar het volgende buisje en steekt de stok er in. Weer getik op een steen. ,,Zie je wel.”

Het is geen klein hunebed die onder de zandheuvel moeten liggen, denkt Hingstman. ,,Zeker twintig meter lang en daarachter liggen nog meer stenen. Het kan best een langgraf zijn, dan praat je over veertig meter.”

De heuvel ligt pal achter de school, langs een wandelpad. Het kan bijna niet anders of de plek moet eerder ontdekt zijn. Van een deel van de heuvel is een stukje afgegraven. Hingstman: ,,Dat hebben waarschijnlijk boeren gedaan. Ze klopten dekstenen vroeger in kleine stukken voor eigen gebruik. Maar verder heeft niemand ooit in deze heuvel gekeken. Man, het zou me niet verbazen dat er nog potscherven uit de Trechterbekercultuur liggen.”

De hunebedbouwers zijn van deze cultuur zo’n 3000 jaar voor Christus. Zij bouwen op het Drentse zand van de Hondsrug de stenen graven die ze met zand bedekten. In Drenthe zijn er nog 52 te bewonderen, in Groningen twee.

Lammert Hingstman is er van overtuigd dat hij nummer 53 in Drenthe heeft ontdekt. ,,Ik kwam hier op de mountainbike langs en zag een deksteen liggen. Die daar, en een paar meter verderop ligt er nog een. Dat is opmerkelijk en toen ben ik gaan prikken.” De resultaten van zijn prikwerk heeft hij op een grote wit stuk karton uitgewerkt: elke plek waar hij op een steen stuitte, staat genoteerd. Ze liggen keurig in een rij. Dat duidt op een graf. Mijn zoon is gespecialiseerd in het zoeken en napluizen van oude kaarten. Deze heuvel staat op een kaart van 1770.”

Hingstman is in archeologische kringen niet onomstreden. Hij heeft in het verleden bijzondere vondsten gedaan, maar deskundigen geloven hem in lang niet alles. De inwoner van Bronneger wordt in sommige kringen beschouwd als de ‘nieuwe Tjerk Vermaning’ (1929-1987), de amateurarcheoloog uit Smilde die werd beschuldigd van het vervalsen van vondsten.

Als er iemand iets van archeologie in en rond Gasselte weet is het amateurarcheoloog Piet Kroezenga uit het dorp. Hingstman heeft Kroezenga op de hoogte gesteld van zijn vondst. Die houdt een stevige slag om de arm. ,,In principe zou er een hunebed kunnen liggen, maar ik denk het eerlijk gezegd niet. Het is geen gebied voor een hunebed, op die plek was vroeger een zandverstuiving. Het enige dat ik in de buurt heb gevonden is een klopsteen uit de Midden-Steentijd. En een munt uit 1769 uit Overijssel.”

Volgens Kroezenga is er geen nederzetting in de buurt van het vermeende hunebed aangetroffen. ,,En er zouden scherven uit de Trechterbekercultuur op deze plek gevonden moeten zijn, zoals bij het hunebed van Eexterhalte. Ik heb ze nooit gezien.”

Om er achter te komen of de stenen in Gasselte daadwerkelijk een hunebed vormen en of er resten liggen, zou in de heuvel moeten worden gegraven. Maar dat mag niet. Piet Kroezenga: ,,Je kunt ook met een grondradar de heuvel onderzoeken.” „,Precies”, zegt Hingstman.