Op het strand van Vlissingen is een vuistbijl van een neanderthaler gevonden. Het werktuig is boven water gekomen bij het opspuiten van het strand.

De bijl is gevonden door de 10-jarige Declan Corstens. Hij had in eerste instantie niet door dat hij een bijzondere vondst had gedaan.

Omdat de steen zo scherp was, vermoedde zijn moeder dat het niet zomaar een steen was. Ze vroeg archeoloog Hans Jongepier van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, én de oom van Declan, naar de vondst te kijken. Die zag meteen dat het om een vuistbijl gaat.

Declans vondst is niet uniek, maar wel zeldzaam. "Er zijn enkele tientallen gevallen bekend van vondsten van vuistbijlen langs de kustlijn", zegt conservator prehistorie Luc Amkreutz van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. "De meeste zijn gevonden bij de Maasvlakte, want daar zijn grote stukken strand opgespoten."

De in Vlissingen gevonden vuistbijl is minstens 40.000 jaar oud. "Rond die tijd verdwenen de neanderthalers uit Europa en Azië. Dus grote kans dat hij nog ouder is", zegt Amkreutz.

Volgens Luc Amkreutz liggen er in de Noordzee nog veel meer artefacten uit de prehistorie. "Het is een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van Europa." Dat komt doordat de zeespiegel na de ijstijd steeg, waardoor een groot gebied onder water is komen te staan. "Die verdronken landschappen liggen vol met goed geconserveerde voorwerpen en die komen steeds vaker aan de oppervlakte omdat we zo intensief bezig zijn met het opspuiten van de kust."

Het Rijksmuseum van Oudheden organiseert in het voorjaar een tijdelijke tentoonstelling over vondsten uit de zee: Doggerland. Verdwenen wereld in de Noordzee. Mogelijk krijgt de vuistbijl van Declan daar ook een plekje.

Volgens de conservator is de vuistbijl een iconisch voorwerp van de neanderthalers. "Ze hadden veel meer soorten voorwerpen maar de vuistbijl is een soort Zwitsers zakmes voor ze geweest. Ze konden er mee hakken, zagen en snijden en gebruikten het ook om vuur mee te maken."

De steen is niet veel geld waard. "Maar het heeft wel grote wetenschappelijke waarde", zegt Jongepier. Declan heeft de steen aan zijn oom geven voor in het museum. "Ik kan hem nu natuurlijk niet zomaar meer op mijn kamer laten liggen."
Foto